Voor miljoenen Spanjaarden is de crisis helemaal niet voorbij

door admin
Voor miljoenen Spanjaarden is de crisis helemaal niet voorbij

Deze groei laat het echter na miljoenen Spanjaarden te bereiken. De verbetering van de macro-economische cijfers contrasteren op groteske wijze met de dagelijks omstandigheden waarin honderdduizenden Spanjaarden leven. Spanjaarden die niet eens voor een waardige voeding kunnen zorgen.

Uit een jaarlijks rapport van Eurostat over armoede in de Europese Unie blijkt dat mensen in ruim 683.000 Spaanse huishoudens (3,7% van het totaal) niet in staat zijn om een volwaardige voeding binnen te krijgen op 4 van de 7 dagen in de week. Dit betreft het hoogste percentage sinds de grote recessie en 1,7 punten meer dan in 2008 (2,2%) en 0,2 punten meer dan in de zwaarste jaren van de crisis (3,5% in 2013).

Eenoudergezinnen lijden het meest. Dit aantal is bovendien gestegen naar 4,9% van het totaal in 2015 en 2016 naar 8,1% in 2017. Het gaat om 150.000 huishoudens van deze categorie. In 83% van de gevallen gaat het om alleenstaande moeders, volgens het Spaanse bureau voor de statistiek INE.

Onverwachte kosten

Een ander probleem in veel kwetsbare gezinnen is dat onverwachte kosten niet opgebracht kunnen worden. In 2008 had 29,6% met dat probleem te maken. Ondanks verbeteringen ten opzichte van voorgaande jaren is dit percentage nog steeds 7 punten hoger dan destijds met 36,6%. Mensen jonger dan 65 jaar hebben het meest te lijden gehad onder de economische beperkingen van de afgelopen tien jaar. In 2008 kon 33,2% onverwachte kosten niet opbrengen. Tegenwoordig gaat het om 4 op de 10 personen onder de 65 jaar (42,8%).

Basismateriaal

De index van afwezigheid van basismateriaal geeft het gebrek aan zaken zoals wasmachines, verwarming, vakanties, groenten of een koelkast aan. Deze index stond vorig jaar op 5,1%. Dat was een verbetering van 0,7 punten ten opzichte van 2016. Toch gaat het nog steeds om ruim 2,3 miljoen burgers ten opzichte van 1,5 miljoen personen die leven in situaties van extreem gebrek in 2007 (3,5% van de 45,2 miljoen personen). In geval van jongeren tussen 16 en 24 jaar is dit percentage 7% van het totaal. Aan het begin van de crisis in 2008 viel slechts 4,4% in deze categorie.

Energie armoede

De gegevens van Eurostat worden aangevuld door die van de Vereniging van Milieu Wetenschappen (ACA) over energie armoede. Voor het eerst konden hier gegevens op Europees niveau met elkaar worden vergeleken en daaruit blijkt dat 15% van de Spanjaarden in 2016 de temperatuur in hun woningen niet op een gezond niveau konden brengen doordat ze hun energierekeningen niet konden betalen of gewoonweg geen vewarming of airco aanzetten om geld te besparen. Dat is 5% meer dan ACA in 2008 registreerde met 10%. Bovendien had 2% van de bevolking (zo’n 900.000 personen) te maken met afsluiting van elektriciteit op enig moment vanwege achterstallige betaling.  

‘Meest sociale staatsbegroting’

Ondertussen kondigt de Spaanse regering de ‘meest sociale staatsbegroting in de geschiedenis’ aan. Terwijl in realiteit sinds het aantreden van Rajoy alle sociale uitgaven, afgezien van de pensioenen, verminderd zijn met 27%. Dit jaar gaat het om de laagste uitgaven aan sociale zaken sinds 2009. De regering voerde veel trucs uit om te laten lijken dat de sociale uitgaven stegen. Het probleem zit hem in de weergave van de feiten of in het feit dat er slechts delen van de nodige informatie werden verschaft. Of in de begroting stond een veel mooiere weergave dan uiteindelijk aan het einde van de rit de realiteit bleek te zijn.

Risico op armoede en sociale uitsluiting

Tot slot is er nog de indicator AROPE, de belangrijkste referentie om de sociaaleconomische omstandigheden van de bevolking in kaart te brengen. De indicator meet het risico op armoede en sociale uitsluiting van de bevolking op basis van verschillende variabelen: inkomen, gebrek aan basisbehoeften. Sinds de crisis uitbrak is deze indicator steeds op recordhoogten gekomen tot het punt waarop 13,4 miljoen mensen in Spanje, bijna 28% van de totale bevolking, in risico op armoede en sociale uitsluiting leefde in 2014. In 2016 was deze indicator slechts naar 27,8% gedaald. Dat wil zeggen dat nog steeds ruim 12,9 miljoen personen zich in deze categorie bevinden.

Dit vind je misschien ook leuk