Foto toont hoe Spaanse vrouw in 1936 rammelaar meenam naar executie

door admin
Foto toont hoe Spaanse vrouw in 1936 rammelaar meenam naar executie

De rammelaar lag naast het skelet van een lichaam dat is overgoten met ongebluste kalk en begraven zonder kist. De wetenschappers waren verdeeld: kon deze rammelaar echt uit 1936 zijn? ‘Het leek een grap’, herinnert Almudena García-Rubio zich, die bij de werkzaamheden op die dag aanwezig was als antropoloog. 

Het doel van het team was al zwaarbeladen omdat men zocht naar 250 slachtoffers van het Franco-regime die begraven zouden zijn onder een speeltuin in La Carcavilla park in de stad Palencia in het noorden van Spanje. Ooit lag hier namelijk de gemeentelijke begraafplaats.

De rammelaar werd ter onderzoek meegegeven aan de etnograaf Fermín Leizaola, die aantoonde dat het speelgoed gemaakt was van celluloïde, een type plastic dat al in 1870 werd ontwikkeld en tot de jaren zeventig veel werd gebruikt in dagelijkse objecten. De rammelaar kon dus inderdaad uit de tijd van de Burgeroorlog komen. 

García-Rubio zei in de krant El País ‘Dit is het meest opvallende en emotionele object dat ooit uit een graf uit de Burgeroorlog is gehaald’. Hij voegde daaraan toe dat in de bijna 600 andere graven die tot nu toe in Spanje werden geopend nooit zoiets dergelijks is aangetroffen.

Het speelgoed en het verhaal erachter helpen nu een familie aan nieuwe feiten over gebeurtenissen die al decennialang in het geheugen liggen begraven. Het lichaam was van Catalina Muñoz Arranz, een 37-jarige vrouw uit Cevico de la Torre, een dorpje op 30 kilometer ten noorden van de stad Palencia. Ze had vier kinderen toen ze werd vermoord. Haar jongste was negen maanden oud en waarschijnlijk was de rammelaar van hem.

Die baby is nu een 83-jarige man die in hetzelfde dorp van 400 inwoners woont samen met zijn vrouw en 56-jarige dochter. ‘Ik was een herdersjongen en later heb ik als boer op het land gewerkt. Ik ben nooit naar school gegaan’, zegt hij tegen El Pais. ‘Ik kan me niets herinneren van mijn moeder. Ik weet zelfs niet hoe haar gezicht eruit heeft gezien, want we hebben geen foto’s van haar. Het is triest’.

Nadat zijn moeder was geëxecuteerd werd Martín opgevoed door een tante die ook in het dorp woonde. Zijn vader, Tomás de la Torre zat in de gevangenis op beschuldiging van het vermoorden van een supporter van de Falange-partij in 1936. Zijn vrouw werd op 24 augustus gearresteerd. Zij werd veroordeeld wegens het bijwonen van demonstraties, juichen voor Rusland en joelen tegen de Guardia Civil. Op 5 september 1936 getuigde ze en ondertekende ze een verklaring waarin ze aangaf alleen schuldig te zijn aan het bijwonen van demonstraties. 

Ondanks het gebrek aan bewijs oordeelde de rechtbank haar schuldig aan militaire rebellie en gaf haar de doodstraf. Om 5:30 uur op 22 september werd ze neergeschoten. 

Dit vind je misschien ook leuk