Volgens medewerkers van de organisatie Caminando Fronteras vertrok de betreffende boot vrijdag met 28 mensen aan boord vanaf de Marokkaanse stad Dakhla tegelijk met nog vier andere boten die tussen 14 en 15 februari richting de Canarische Eilanden koersten in een poging Spaans grondgebied te bereiken. Onderweg kregen de boten met in totaal 143 opvarenden te maken met golven van vijf meter hoog.
Onder de veertien slachtoffers waren ook twee kinderen, volgens de NGO Whatch the Med, die de Spaanse kustwacht waarschuwde over de schipbreuk.
Vissersboten in het gebied schoten de andere veertien opvarenden, waaronder een baby van negen maanden en zijn moeder, te hulp totdat de Marokkaanse kustwacht ter plaatse was die hen wist te redden en terugbracht naar het Afrikaanse land. De boot was op dat moment op 55 kilometer ten zuiden van het eiland Gran Canaria.
Medewerker Helena Maleno van Caminando Fronteras sprak met een overlevende en meldde aan persagentschap EFE dat er twee baby’s aan boord waren. De opvarenden waren allemaal afkomstig uit Guinea en de Ivoorkust. Volgens Maleno is er tot dinsdagavond laat door de Marokkaanse autoriteiten niets gemeld over de schipbreuk en het dodental. Ze laakt het gebrek aan scrupules bij degenen die de boten de zee op laten gaan in deze omstandigheden. Medewerkers van het Rode Kruis vertellen in de krant 20Minutos dat er steeds vaker zwangere vrouwen en vrouwen met baby’s aan boord te zien zijn. Dit heeft geleid tot twee bevallingen aan boord, waarvan er slechts één goed is afgelopen.
Een andere boot werd dinsdagmiddag onderschept op zijn weg naar de Spaanse archipel. Alle opvarenden zijn overgebracht naar een Marokkaanse haven. De Spaanse kustwacht blijft