Wat kost een tank benzine nu brandstofprijs weer nieuw record bereikt?

door admin
Wat kost een tank benzine nu brandstofprijs weer nieuw record bereikt?

De brandstofprijzen blijven gestaag stijgen, al lijkt de prijsstijging van diesel iets af te vlakken. Volgens gegevens van het EU Oil Bulletin dat donderdag is gepubliceerd, bedraagt de gemiddelde prijs van een liter benzine deze week al 1,94 euro, een nieuw record in de geschiedenis van Spanje. 

Vierde week op rij

Dit is de vierde achtereenvolgende week waarin de benzineprijs records verbrak. Met de genoemde prijzen is  geen rekening gehouden met de door de Spaanse regering gepropageerde korting van 20 cent die sinds 1 april wordt toegepast. Het tanken van een gemiddelde 55-litertank kost nu 106,7 euro (95,7 euro met de korting).

In vergelijking met vorige week is de benzineprijs met 2,2% gestegen en sinds de overheidssteun is ingegaan, bedraagt de stijging 6,7%. Tot dusver is de benzineprijs dit jaar met 38,3% gestegen. 

Dieselprijzen stabieler

In tegenstelling tot benzineprijzen zijn de dieselprijzen deze week opnieuw gematigd. Diesel kost nu gemiddeld 1,87 euro per liter (exclusief overheidssubsidies) tegen 1,89 vorige week, wat neerkomt op een daling van 1,1%. Met deze prijzen kost het tanken van een gemiddelde benzinetank 102,85 euro (91,85 met kortingen).  

Na op 9 mei een piek van 1,91 euro per liter te hebben bereikt, heeft de dieselprijs zich gestabiliseerd op een niveau dat vergelijkbaar is met dat van toen de kortingen van kracht werden. Toch is de dieselprijs dit jaar meer gestegen dan die van benzine. 

In Spanje stijgen de prijzen meer dan in rest van Europa 

Sinds de inwerkingtreding van de brandstofkortingen op 1 april zijn de prijzen in Spanje meer gestegen in de Europese buurlanden. Sindsdien zijn de benzineprijzen in Frankrijk met 1,6% gedaald en in Italië met 0,1% gestegen, in Duitsland met 1,3% en in de EU-landen gemiddeld met 3%. In Spanje is de benzine nu 6,7% duurder dan op 1 april. 

In het geval van diesel zijn de verschillen nog groter. In Spanje is diesel 1,6% duurder dan voor de invoering vande kortingen, terwijl de prijzen in Frankrijk met 12,5% zijn gedaald, in Duitsland met 7,8%, in Italië met 2%, in Portugal met 11,5% en in de EU als geheel met 5,4%.  

Wat gebeurt er met de olie? 

De afgelopen maanden hebben zich belangrijke ontwikkelingen voorgedaan op de oliemarkten, de grondstof waarvan benzine wordt gemaakt. Sinds 1 april kostte een vat ruwe Brent-olie (de prijsbenchmark in Europa) gemiddeld 111,1 dollar, tegen 108,2 dollar tussen die datum en de Russische invasie in Oekraïne. De grondstof is nu 2,6 procent goedkoper dan toen. 

Sterke dollar

Er is echter nog een andere factor die tot hogere olieprijzen heeft bijgedragen: de versterking van de dollar ten opzichte van de euro. Uit de laatste door de Europese Centrale Bank (ECB) gepubliceerde gegevens blijkt dat één dollar momenteel wordt ingewisseld voor 93 eurocent. Op 1 april bedroeg de wisselkoers 90 cent. Dit heeft directe gevolgen voor de benzineprijzen, aangezien op de internationale markten ruwe Brent-olie wordt gekocht en verkocht in dollars, niet in euro’s.

Moet maatregel blijven?

De ontwikkeling van de brandstofprijzen na de toepassing van de kortingen en de kritiek die de maatregel heeft gekregen – de Bank van Spanje wees erop dat de hogere inkomens er bijna tweemaal zoveel van profiteren als de lagere inkomens – hebben twijfel doen rijzen over de vraag of de maatregel zal worden gehandhaafd. Benzine kost nu 12 cent per liter meer dan toen de kortingen van kracht werden, voor brandstoffen slechts drie. De kortingen zijn van kracht tot 30 juni, maar de regering moet beslissen of de maatregel na die datum al dan niet wordt verlengd. De eerste vicepresident en minister van Economische Zaken, Nadia Calviño, wordt al weken bevraagd over deze kwestie. En tot nu toe is het antwoord niet veel veranderd. 

‘We zijn alle maatregelen aan het analyseren om te zien welke na 30 juni moeten worden verlengd, welke geen zin meer hebben en welke moeten worden aangepast’, zei de Calviño dinsdag na de Raad van Ministers. De met de analyse belaste instantie is de Spaanse Nationale Commissie van Markten en Concurrentie (CNMC), die tot dusver nog geen openbaar verslag heeft uitgebracht waarin zij steunfraude heeft vastgesteld. 

Dit vind je misschien ook leuk