In de nacht van vrijdag op zaterdag verging een schip met in totaal 25 opvarenden tussen de eilanden Lombok en Komodo. Er waren 20 toeristen aan boord, een gids en vier bemanningsleden. In totaal ging het om tien Indonesiërs en 15 buitenlanders, waaronder Spanjaarden, Nederlanders, Italianen, Duitsers, Engelsen, Nieuw-Zeelanders en iemand uit Frankrijk. Door zwaar weer zou de boot tegen een rif zijn gebotst waardoor er een lek in de bodem ontstond en de boot zonk.
Gered
De rest van de opvarenden werd tussen zaterdag en zondagnacht gered. Een aantal wist zwemmend een onbewoond vulkanisch eiland te bereiken en de rest hield zich in leven op een reddingsbootje. Per toerbeurt hingen mensen in het water met een zwemvest aan of zaten op het bootje.
Kou, honger, uitputting en kwallen
De boot vertrok donderdag vanaf het eiland Lombok naar Komodo. Op Komodo zijn bijzondere leguanen te zien, zoals de Draak van Komodo. De twee geredde Spanjaarden, een koppel, vertelden telefonisch aan het Spaanse persbureau EFE over de kou, de honger, de uitputting en de kwallen waar ze last van hadden tijdens het urenlange wachten op hulp. Ze gaven aan op geen enkel moment de hoop op redding te hebben verloren. De gezonken boot zou van hout zijn, heel oud en zonder enkele veiligheid, er was geen GPS aan boord, geen radio en geen enkel instrument om te navigeren. De enige reddingsboot aan boord had slechts een capaciteit voor vier personen.
Ziekenhuis
Na enkele uren op zee, besloten vijf opvarenden de vijf kilometer die hen van een vulkanisch eiland scheidden zwemmend te overbruggen. Later ging een tweede groep, waaronder de twee Spanjaarden die gered zijn. Zij werden halverwege opgepikt door een boot. De resterende dertien personen werden gered door vissers dichtbij het eiland Sumbawa. Hier werden ze overgebracht naar het lokale ziekenhuis. De opvarenden maken het goed. Men blijft zoeken naar de twee Spanjaarden.