Bijna een maand geleden verscheen zij voor het eerst voor de rechter als verdachte. Haar verdediging probeerde verdere vervolging te voorkomen op grond van de doctrine Botín. Die stelt dat als alleen een burgerlijke partij iemand aanklaagt, er geen rechtszaak is. In het geval van de prinses zagen het Openbaar Ministerie en de Officier van Justitie af van vervolging. Alleen de pseudovakbond Manos Limpias eiste 8 jaar gevangenisstraf. Dit verzoek werd vorige week echter afgewezen.
Samen met 17 andere verdachten staat de prinses terecht voor onder meer fraude, belastingontduiking, corruptie en witwassen. Haar echtgenoot, de ex-profhandballer Iñaki Urdangarín, vormt samen met zijn voormalige zakenpartner Diego Torres de hoofdverdachte in de zaak. Urdangarín en Torres sluisden via de stichting Nóos circa zes miljoen euro publiek geld weg. Dit geld ging onder meer via het bedrijf Aizoon waarvan Urdangarín samen met zijn vrouw Cristina eigenaar was.
Belastingontduiking
De 50-jarige Cristina is het eerste lid van de Spaanse koninklijke familie in de geschiedenis die voor de rechter moet verschijnen. Volgens haar verdediging maar ook volgens de overheid heeft de prinses geen misdaad gepleegd, maar zou ze enkel een boete moeten betalen voor belastingontduiking. Urdangarín hangt 20 jaar gevangenisstraf boven het hoofd voor zijn aandeel in de fraude. Alle verdachten worden vanaf dinsdag gehoord. Cristina zal het laatst aan de beurt zijn, maar het is nog niet duidelijk wanneer dat zal zijn.
Tot nu toe heeft de prinses altijd ontkend iets te hebben geweten van de zaken van haar echtgenoot.