Rodrigo Rato zou tussen 24 oktober 2010 en 28 november 2011 in totaal 519 aankopen hebben gedaan voor een totaalbedrag van 99.041 euro. Die aankopen deed hij met een zwarte creditcard van de bank Caja Madrid, die later fuseerde in Bankia, waar hij leiding aan gaf. De uitgaven van de betreffende creditcard werden nooit opgegeven aan de belasting. Hij spendeerde het geld van de bank aan kleding, alcohol, parfum, muziekinstrumenten en luxe restaurants. Tussen eind februari 2012 en 7 mei in datzelfde jaar nam hij in totaal 16.000 euro aan contant geld op in een ritme van 1.500 euro per week. Hij gaf zelfs op één dag 3.547 euro uit aan alcohol, 1.000 euro in een schoenenwinkel en 18 opnames van contant geld. Hiervan betroffen er 17 bedragen van 1.000 euro.
Rato was niet de enige die sjoemelde met de zwarte creditcards van de zaak. Naast hem moeten nog 64 andere (voormalige) directie- en bestuursleden voorkomen voor dezelfde vergrijpen met alleen andere bedragen.
Bankia
Tussen 1996 en 2004 was Rato minister van Economische Zaken onder het rechtse kabinet Aznar. Er was in die periode zelfs sprake dat hij Aznar’s opvolger zou worden. Van 2004 tot 2007 was hij voorzitter van het Internationaal Monetair Fonds. In 2010 werd hij directeur van de spaarbank Caja Madrid, die later dat jaar samen met 6 andere spaarbanken werd gefuseerd tot Bankia, waar hij eveneens directeur van werd.
Vanaf het moment dat Rato leiding gaf aan Caja Madrid zette hij het beleid met zwarte creditcards dat al was ingezet door voorganger Miguel Blesa voort. Ook Blesa wordt van dezelfde witwas- en verduisteringshandelingen verdacht.
Crisis
Het Openbaar Ministerie eist 4,5 jaar gevangenisstraf voor Rato. Daarbij wil het hem een boete opleggen van 2,9 miljoen euro. Saillant detail is dat directieleden en hoge functionarissen bij de bank enthousiast met hun zwarte creditcards zwaaiden juist vlak voor en tijdens de periode dat Bankia dreigde om te vallen en gered werd met heel veel geld afkomstig van de Europese Unie. Brussel stuurde in totaal 41 miljard euro om te voorkomen dat de Spaanse financiële sector omviel.
Panama Papers
Rato’s naam dook eveneens op in de grote verzameling vertrouwelijke documenten van de Panamese juridische en zakelijke dienstverlener Mossack Fonseca, kortweg aangeduid met de Panama Papers. Deze worden onderzocht en uitgeplozen door honderden samenwerkende journalisten uit verschillende landen en inmiddels ook door juridische en fiscale autoriteiten. Rato zou in 2013 in Panama twee bv’s hebben opgeheven waar hij 3,6 miljoen euro had ondergebracht.