De Spaanse hoofdverdachte Juan Cuenca gaf toe de moord te hebben gepland en de twee Roemenen geld te hebben beloofd om hem daarbij te helpen. Hij zou hen al een voorschot van 1.200 euro hebben betaald. Visser en Severein kwamen op 13 mei 2013 om het leven in een afgelegen vakantiehuis in Molina Segura, niet ver van de Zuid-Spaanse stad Murcia vandaan.
Vuilniszakken
Een zakelijke ruzie liep uit de hand en de Roemeen Valentín Ion bekende hen met een asbak en een zware vaas hebben geslagen en hun lichamen vervolgens in stukken te hebben gesneden om ze te laten verdwijnen. Hiertoe hadden ze even tevoren vuilniszakken gekocht bij een Chinese bazaar en tafelkleden uit de woning gebruikt.
Citroenboomgaard
Twee weken na die noodlottige avond werden de lichamen gevonden in een citroenboomgaard bij het dorpje La Arquería, eveneens niet ver van Murcia vandaan. De andere Roemeen Constantin Stan zat boven wisky te drinken en te roken en hoorde lawaai, maar trof het stel dood aan toen hij beneden kwam. Hij hielp met het wissen van de sporen.
Danko
Tot nu toe hebben de drie verdachten ontkend de moord te hebben gepleegd. Ze wezen naar ene mysterieuze Roemeen die zou luisteren naar de naam Danko. Van deze figuur is echter in het hele onderzoek geen spoor gevonden en hij behoort nu definitief tot het rijk der fabelen.
Financieel geschil
Visser en Severein zouden naar Spanje zijn gekomen om een financieel geschil op te lossen. Cuenca zou nog 240.000 euro aan ze schuldig zijn. De schuld zou worden ingelost met de verkoop van een marmergroeve die naar nu blijkt helemaal niet op naam van Cuenca stond maar in bezit is van Evedasto Lifante. Lifante was ook eigenaar van de volleybalclub waar Visser twee seizoenen voor uit is gekomen. Hij gaf aan dat er nog veel niet bekend is over de toedracht van de moord en dat hij alles heeft opgeschreven in een boek, dat zodra de rechtszaak is afgerond gepubliceerd zal worden.
Tegen de drie hoofdverdachten wordt 50 jaar gevangenisstraf geëist en een schadevergoeding aan nabestaanden. Naar verwachting volgt de uitspraak op 15 november.