Hoofdverdachten in de geldverduisteringszaak zijn Iñaki Urdangarin, echtgenoot van de Spaanse Infanta Cristina de Borbón, en zijn zakenpartner Diego Torres. Acht maanden werkte het gerechtshof onder leiding van rechter Samantha Romero aan de juridische uitspraak waarop momenteel de meeste ogen zijn gericht. De officier van justitie had negentien en een half jaar gevangenisstraf geëist voor Urdangarin. Infanta Cristina werd alleen aangeklaagd door de pseudovakbond Manos Limpias.
‘Goede doelen’
Openbaar aanklager anti-corruptie Pedro Horrach benadrukt dat Iñaki Urdangarin en Diego Torres de hoofdrolspelers zijn geweest in zaak Nóos. Zij vulden tussen 2003 en 2006 hun portemonnee met 4,5 van de 6,2 miljoen euro overheidsgeld van de autonomía de Baleares, de Valencia en van de gemeente Madrid. Hun non-profitorganisatie Stichting Nóos trok overheidsgeld aan voor de organisatie van sportevenementen voor goede doelen. Een groot gedeelte van het geld werd echter op illegale wijze doorgesluisd naar de eigen kas.
Straf gebaseerd op verschillende delicten
De zwager van de Spaanse koning zal vandaag zijn straf horen. De geëiste gevangenisstraf van negentien en een half jaar is gebaseerd op het plegen van meerdere delicten: ambtsmisdrijf, fraude, vriendjespolitiek, fiscale delicten, valsheid in geschrifte en het witwassen van geld. De geëiste gevangenisstraf tegen Diego Torres is iets lager, namelijk zestien en een half jaar. Tegen zijn echtgenote Ana María Tejeiro en haar broer Marco Antonio Tejeiro, boekhouder van de stichting, werd een gevangenisstraf van twee en een half jaar geëist voor het witwassen van geld.
Onduidelijkheid straf voor Infanta Cristina
Urdangarin, die wordt verdedigd door advocaat Mario Pascual, heeft altijd volgehouden onschuldig te zijn. Hij heeft alleen de fictieve arbeid bekend van Aizoon, het bouwbedrijf dat op naam staat van hemzelf en zijn vrouw Cristina. Over de lengte van de gevangenisstraf die Infanta Crisitina boven het hoofd hangt is nog niets bekend. De openbaar aanklager heeft tot nu toe nog geen gevangenisstraf tegen haar geëist. Wel moet zij de 587.000 euro terugbetalen voor haar betrokkenheid bij bouwbedrijf Aizoon. Andere verdachten binnen de zaak Nóos zijn Jaume Matas (eis van vijf jaar gevangenisstraf) en José Luis Ballester (eis van twee jaar gevangenisstraf of een geldboete van 14.400)
Onderdeel groter corruptieschandaal
De zaak Nóos is de vijfentwintigste, en de bekendste, van achtentwintig zaken in het vooronderzoek van de corruptiezaak Palma Arena op de Balearen. Ex-president van de Balearen, Jaume Matas, speelt vandaag een belangrijke rol bij de uitspraak van het vonnis. Hij kreeg met een secuur bedachte bekentenis een strafeisvermindering van zes jaar voor elkaar. Aanvankelijk was de eis elf jaar, dit werd teruggebracht tot vijf jaar. De andere vier aangeklaagden op de Balearen zijn de ex-topambtenaren van de regionale PP-regering José Luis Ballester, Gonzalo Bernal, Juan Carlos Alía en Miguel Bonet. Zij kwamen met de openbaar aanklager tot een akkoord en kregen alle vier geen gevangenisstrafeis. Zij krijgen lichtere anti-corruptiestraffen die ingeruild kunnen worden voor een geldboete. Zij hebben schuld bekend, waarmee ze aan openbaar aanklager Horrachs conditie voldeden om tot een akkoord te komen. De uitspraak van vandaag zal nog geen definitieve uitspraak zijn. De zaak kan weer opnieuw voorkomen bij het hooggerechtshof.
Meer info over de zaak Nóos vindt u hier.