Honderden Syrische vluchtelingen in juli naar Spanje

door admin
Honderden Syrische vluchtelingen in juli naar Spanje

De oorlog in Syrië heeft al aan 331 duizend mensen het leven gekost, een derde deel daarvan is burger. Meer dan een miljoen mensen zijn door de oorlog gewond geraakt. Ruim de helft van de Syrische bevolking heeft inmiddels huis en haard verlaten om te vluchten voor het oorlogsgevaar.  

Spanningen in Libanon lopen op

Anderhalf miljoen Syriërs (dat is 25% van de bevolking) vluchtten naar buurland Libanon. Dit land kan de enorme toestroom van vluchtelingen niet meer aan en wil een repatriëringsproces in gang gaan zetten. De VN vinden het hiervoor te vroeg en nog maar 850 vluchtelingen zijn bereid vrijwillig het land te verlaten. De spanningen tussen de Syrische en de Libanese bevolking lopen steeds verder op, de infrastructuur van het land is niet op zo’n grote hoeveelheid mensen berekend en de werkloosheid neemt steeds verder toe. Op 30 juni van dit jaar werden vier Syriërs door de Libanese autoriteiten gearresteerd en kwamen daarna te overlijden. Berichten dat ze zouden zijn gemarteld ontketende een oorlog op de sociale media tussen Syrische activisten en voorstanders van het Libanese leger. 

Een nieuw leven in Spanje voor het gezin Al Said

Het Syrische gezin Al Said kwam afgelopen donderdag vanuit Libanon naar Madrid. “Deze verandering zal alles beter maken, ‘inshallá’ (als God het wil)”, verzucht Duaa Al Said van 22 jaar terwijl ze haar kindje van twee maanden in haar armen wiegt. Haar man, Aqba van 30, knijpt liefdevol in haar schouder terwijl hij een oogje op Mohamed van vier en Amina van twee houdt. Over enkele uren vertrekt het gezin met het vliegtuig naar Spanje waar het, samen met nog 199 andere vluchtelingen, een nieuw leven zal beginnen.

Een twaalftal familieleden en buren van het gezin is bij elkaar gekomen om ze uit te zwaaien in Uzai, een arme buitenwijk in het zuiden van Beirut. In de vroege ochtend zitten ze op plastic kleden en halen met koffie en sigaretten herinneringen op van hun oude leven in Syrië. “Gisteren zijn we uit ons appartement vertrokken en naar dit huurhuis van mijn broer gekomen” vertel Aqba terwijl zijn nichtjes het gewicht van de koffers en rugzakken controleren. Ritsen gaan open en dicht, er worden spullen uitgehaald en weer ingedaan. Kleding, een aantal foto’s, een luiertas. Dat is alles wat ze uit hun vorige leven mee kunnen nemen, zelfs wat speelgoed ontbreekt. Ze ontmoeten elkaar buiten, in de openlucht, want zo is de vochtige hitte beter te verdragen. Binnen is er geen elektriciteit voor ventilators.

“Mogen we melk meenemen in het vliegtuig? En luiers?”, vraagt Duaa nerveus. “Worden vrouwen met een hoofddoek in Spanje geaccepteerd of worden ze verplicht die af te doen?”, vraagt Sausa, de zus van Aqba. “Zal er werk zijn in Spanje? Is Spaans een moeilijke taal om te leren?”, vraagt Aqba’s oudste broer Mazen zich af.

Vragen vliegen over en weer, voor de antwoorden is er nauwelijks tijd. De blijdschap om tot de gelukkigen te horen die in een ander land met gezondheidsvoorzieningen en scholen voor de kinderen een nieuw leven mogen beginnen, doet de angst voor het onbekende vervagen. En ze weten nog niet eens in welke stad ze gaan wonen. 

Het afscheid betekent ook afscheid van een cultuur waarin families samen in dezelfde wijk wonen en elkaar dagelijks zien. “We kunnen de eerste vijf jaar niet terugkeren naar Libanon als we eenmaal in Spanje zijn. Dat zijn de regels van de Libanese regering”, zegt Duaa die haar eigen ouders zes jaar geleden voor het laatst zag in Syrië. “We zijn in augustus 2011 uit Syrië vertrokken. Samen met drie broers naar Libanon en twee broers vertrokken met onze ouders naar Istanbul”, zegt Aqba. Hij kon niet bij de begrafenis van zijn vader aanwezig zijn. “De situatie verslechterde snel in de eerste maanden, er was veel geweld en criminaliteit waardoor wij besloten naar Libanon te gaan en daar werk te gaan zoeken. Ik heb geprobeerd daar als taxichauffeur aan het werk te gaan, maar bij iedere militaire controle werden de Syriërs aangehouden. Ik ben nu bang dat ze ons terug naar Syrië zullen sturen” zegt de vader van het gezin.

Het is vier uur in de ochtend en over een half uurtje moet de familie Al Said op de afgesproken plaats zijn, vlakbij de bussen van het IOM (Internationale Organisatie voor Migratie) waarmee ze naar het vliegveld van Beirut worden gebracht. De eerste afscheidstranen komen tevoorschijn als Mazen de motor van het busje start om ze naar de afgesproken plaats te brengen. Daar worden de vluchtelingen opgevangen door de IOM, krijgen ze de benodigde documentatie en labels voor de koffers. Het afscheid van familie en buren is zwaar, wetende dat het jaren zal duren voordat ze elkaar weer zullen zien. Een voor een starten de motoren van de bussen om richting het vliegveld te vertrekken. Nerveus en met het paspoort in de hand staan tientallen Syrische vluchtelingen in de rij om langs de politiecontrole te gaan. Duaa neemt afscheid met een licht hoofdgebaar en mompelt in zichzelf: “deze verandering zal alles beter maken, ‘inshallá’”.

Dit vind je misschien ook leuk