Crisis? What crisis?

door admin
Crisis? What crisis?

Mooie plaat, voor mij en vele muziekliefhebbers toch een zekerheidje in de kast. Fantastisch pianospel en saxofoon en subtiele teksten. Contractueel moesten de heren een nieuwe plaat afleveren, maar ze hadden door een wereldtournee vrijwel geen nieuw materiaal kunnen schrijven. Crisis? What crisis? Geen paniek, werk aan de winkel en gaan die met spreekwoordelijke banaan! CD’s waren er nog niet toen dit kleine meesterwerkje werd geschreven, ingespeeld, opgenomen en aan de groeven van het gitzwarte vinyl toevertrouwd. 40 jaar oud en nog steeds ‘real good stuff’ volgens mijn Engelse muziekmaatje. Zoals hij zoveel van de songs die we samen uitpluizen, schoon  poetsen en van nieuw elan proberen te voorzien, steevast noemt. Good stuff! 

Maar goed; ‘Crisis? What Crisis?’ dus.

Sinds we in 2011 naar Spanje kwamen om een nieuw leven aan de voet van de Sierra Nevada nabij Granada te beginnen, is het waarschijnlijk meest gebruikte woord van de laatste zeven jaar vrijwel elke week wel een keer in mijn oorschelp gevallen. In bars en restaurants, op de markt, in de supermercado, in de pueblo en op de fiesta’s of aan het strand. Waar je ook je ‘Olandesse’ neus liet of laat zien; altijd word er door iets of iemand wel weer gerefereerd aan… juist, de crisis.

Die vermaledijde crisis toch. Ze klagen ons gek. Ons nieuwe thuisland Spanje is als één van de zwaarst getroffen landen bestempeld. Vastgoedmarkt ingestort, schandaal op schandaal op hoog niveau, financiële markten geruïneerd, banken één grote chaos, (te) weinig nieuwe auto’s verkocht en een abnormaal hoge werkeloosheid. De prijzen van huizen zijn enorm gedaald. Zegt men! Vindt u het erg als ik er maar op hou dat ze al die jaren geleden in dezelfde mate overgewaardeerd zijn? Nee, nee, natuurlijk is het geen pretje voor al die gedupeerden van de geklapte, grote zeepbel die er is gecreëerd de laatste decennia. Maar ja, wat je er inpompt krijg je later toch ooit ook weer een keer terug, lijkt mij. Hatseflats, tel uit je winst!

Ha, winst! Ja ja, echt, dat bestaat ook nog. Maar dat wordt de laatste jaren eigenlijk niet meer als nieuws gebracht. Ga eens koppensnellend door het giga-aanbod van media, en u zult zien dat vrijwel alle berichten négatief gebracht worden, terwijl het in de kern wel degelijk ook een pósitieve lading bevat. ‘Ach kijk, daar hebben we het weer’, dacht ik laatst toen ik op de volgende headline stuitte; “Spaanse bank duikt weer in het rood”.  Even verder door het nieuwtje gravend leerde ik dat de bank het laatste kwartaal weliswaar een dikke afschrijving had moeten doen, maar over geheel 2013  was het lieve sommetje van 2.2 miljard keiharde, glinsterende en lekker rollende euri’s winst gemaakt!  Ja, kom op hé! Zo kan ik het ook.

Iedereen de put in praten en de zaak van de negatieve kant belichten. Mijn kop zou geweest zijn; “Spaanse bank boekt ondanks forse afschrijving geweldig resultaat”. Klinkt toch veel beter? Een ander bericht was de simpele mededeling dat weer een andere bank een ‘winstverdubbeling’ had gerealiseerd. De kolos boekte een mega winst van 4.3 miljard, maar dat wordt dan weer behoudend gebracht. Ik had erboven gezet; “Spaanse bakenreus weer op stoom, de kluizen goed gevuld”. Na alle negativiteit van de laatste jaren moet je zulk nieuws groots en meeslepend brengen, vind ik.  Gaan \’we\’ allemaal wellicht weer een beetje positiever denken en doen. 

In een op deze site gememoreerd interview stelt Spanje kenner William Chislett sterk te twijfelen aan de cijfers die overal verschijnen. Natuurlijk is het niet allemaal rozengeur en maneschijn, maar zo erg is het nu volgens hem ook allemaal niet.

Ik twijfel niet aan zijn twijfel. Bij ons – nee, nee, niet in de Jordaan, maar in Andalusië – zou er sprake zijn van een schrikbarende situatie. Zegt men! En ja, dat staat op papier. Prachtige rapporten, geschreven door de de meest knappe koppen, want die heeft ieder land nu eenmaal. En nee, niet alleen in Nederland zitten die er vaak naast. Hier dus ook. Althans, dat denkt die meneer Chislett dus. Nu ben ik maar een gewone, simpele ‘stukkies schrijver’, maar ik ben toch sterk geneigd deze meneer op zijn woord te geloven.

Iedere morgen als ik de kinderen naar school breng, zie ik volop beweging en activiteit in de dorpen om me heen. Mannen en vrouwen die erop uit trekken om aan de slag te gaan. In de toeristische sector, de campo, de agrarische fabrieken, de industrieterreinen, in stad en land of elders. Ik schat dat van de mannen hier zeker 80% dagelijks aan het werk is. Werk dat schijnbaar genoeg oplevert om van te leven. Voor de meesten zelfs om ruim van te leven, want hier zitten – vooral in de weekends en tijdens de puentes – zelfs in de meest getroffen dorpen en steden nog steeds de restaurants en bars goed vol, worden de lokale feesten groots gevierd, is de siësta heilig en volop genoten. In het voorjaar lopen de stranden vol om te genieten van deze prachtige regio op aarde. En terwijl de toeristische sector in Spanje sterk groeiende is, banken weer dikke winsten beginnen te boeken en diverse marktsegmenten weer aardig aan beginnen te trekken, geniet Spanje wereldwijde bekendheid op gastronomisch, klimatologisch, cultureel-historisch en sportief gebied als nooit tevoren.

Crisis, what crisis?

Dit vind je misschien ook leuk