Demonstranten hebben grote toegangs- en doorgangswegen geblokkeerd, versperren de doorgang op spoorwegen en steken autobanden en vuilnisbakken in brand in de Noordoost-Spaanse regio. De staking op donderdag 21 februari is georganiseerd door vakbonden van voorstanders van een onafhankelijk Catalonië (CDR) en door studenten.
Op papier eisen ze een beter sociaal beleid waaronder een 35-urige werkweek en een hoger minimumloon, maar in de praktijk wordt het protest voornamelijk gevoed door woede tegen de Spaanse centrale overheid over het proces tegen de twaalf Catalaanse separatistische politici die bij de onafhankelijkheidsverklaring eind oktober 2017 betrokken waren.
Volgens bronnen bij de Catalaanse autoriteiten worden grote doorgangswegen in Barcelona geblokkeerd en zijn zeker zes grote snelwegen en spoorlijnen eveneens gestremd. In de stad gaat het om de Diagonal, de Gran Vía en de toegang bij Ronda de Dalt. Tussen 6 en 9:30 uur was er volgens bronnen bij de Catalaanse verkeersdienst minder 11,4% minder verkeer op de belangrijkste toegangswegen rond de stad dan op een normale dag.
In de nacht blokkeerden de CDR de AP-7 in L’Hospitalet de l’Infant. Deze is nu weer open. In Tarragona hielden ruim 500 personen het verkeer tegen bij de A-27 en de toegang naar de haven. Op een van de snelwegen worden autobanden in brand gestoken. In Barcelona worden later op dinsdag diverse protestmarsen gehouden onder de slogan ‘Zelfbeschikking is geen misdrijf’.
Het proces tegen de politici, van wie de meerderheid al zeker een jaar in voorlopige hechtenis zit, ging op 12 februari van start. Vandaag zullen Vila, Sánchez en Cuixart getuigen. Op 26 februari is het de beurt aan de voormalige president van Spanje, Mariano Rajoy.