Het internationale filmfestival van Sitges geldt wereldwijd als het beste festival voor het Fantasy-genre. Sala haalde op de persconferentie aan dat de coronapandemie het festival echter steeds meer ‘science’ en steeds minder ‘ficcion’ maakt. Door de afgeslankte vorm vanwege de coronarestricties zijn dit jaar tussen de 15 en 20 duizend entreekaarten minder verkocht. Volgens de regels was 80% van de normale bezoekerscapaciteit toegestaan, maar de festivalorganisatie koos voor 66% om de in- en uistroom van mensen gecontroleerd te kunnen begeleiden.
Dat komt erop neer dat in de hoofdzaal waar normaliter ruimte is voor 1.380 toeschouwers, er dit jaar maximaal 900, op gepaste afstand van elkaar, worden toegelaten. Bezoekers moeten gedurende de voorstelling een mondkapje dragen en alle veiligheidsvoorschriften die gelden voor festivals en bioscopen worden in acht genomen. Zo is er meer tijd gereserveerd tussen de voorstellingen door, worden de festivalruimten goed ontsmet is zijn er voldoende hygiënische handgelflessen beschikbaar.
250 voorstellingen in bioscopen en 155 online
Tijdens het festival worden in het auditorium van hotel Melià, de bioscopen El Retiro, Prado-Suburense, Brigadoon en Sala Tramuntana in totaal 250 voorstellingen verzorgd. Daarnaast zijn er online nog 155 andere korte en lange films en documentaires te bekijken op de website https://on.sitgesfilmfestival.online. De traditionele Sitges Zombie Walk, die ieder jaar op zaterdagavond plaatsvindt in het centrum van de stad, is in verband met de coronamaatregelen afgelast maar staat voor de festivaleditie van het volgend jaar weer gewoon op de planning.
Nationale en internationale fantasy-films
Tijdens het festival worden onder andere getoond de zombiefilm ‘Malnazidos’ van regisseurs Javier Ruiz Caldera en Alberto de Toro; ‘Baby’ van Juanma Bajo Ulloa; ‘No matarás’ van David Victori en ‘La Vampira de Barcelona’ van Lluís Danés. Van internationale bodem worden onder andere getoond de films ‘Mandibules’ van de Franse regisseur Quentin Dupieux; ‘Peninsula’ van de Zuid-Koreaan Yeong Sang-ho en ‘Train to Busan van de Amerikaanse Amy Seimetz.