Het is lastig om je Spanje voor te stellen zonder toeristen. Vooral omdat niet alleen de Spaanse hotels in trek zijn bij veel buitenlanders, maar ook omdat er massaal gebruik wordt gemaakt van Airbnb. In 1911 bestond het toerisme nog niet in Spanje. Er waren alleen maar een paar avontuurlijke reizigers die Spanje doorkruisten.
Stevig fundament voor toerisme in Spanje
Om de economie een boost te geven, moest een stevig toeristisch fundament worden gelegd in Spanje. Zo is het Koninklijk Commissariaat voor Toerisme ontstaan. Militair en politicus Benigno de la Vega-Inclán was een van de belangrijkste drijvende krachten achter de ontwikkeling van het toerisme in Spanje. Hij kwam met het concept van de Paradores; luxe staatshotels gevestigd in schitterende historische bouwwerken zoals kastelen, kloosters en paleizen.
Het brein achter de Paradores
Vega-Inclán is de persoon achter de Paradores, maar ook achter de musea Casa de Cervantes in Valladolid, El Greco in Toledo en Museo Romantismo in Madrid. Maria Gimeno, manager van het artistiek erfgoed van de Paradores, vertelt dat Benigno de la Vega-Inclán de hele wereld over reisde en in veel verschillende hotels verbleef. Hij wist wat comfort en luxe was en wist daardoor op welke manier hij de Parador hotels aantrekkelijk kon maken voor toeristen in Spanje.
Het Koninklijk Commissariaat voor Toerisme had twee doelen: het ontwikkelen van het toerisme in Spanje en het neerzetten van een hotelketen van hoge kwaliteit. In 1926 begon de bouw van de Parador Nacional van Gredos in Ávila en in 1928 werd het hotel geopend.
Nauw verbonden met natuur
Koning Alfons XIII kende dit gebied heel goed omdat hij daar vaak ging jagen. Dat was reden om het hotel daar te bouwen, maar ook om autovakanties te bevorderen aangezien het hotel goed bereikbaar was via de autowegen. De Paradores werden vaak in afgelegen gebieden gebouwd om zo nauw verbonden te kunnen zijn met de natuur.
Jaren van ontwikkeling
De Parador keten is er sinds 1928 altijd geweest, behalve tijdens de Spaanse Burgeroorlog. Vlak na de oorlog werd direct weer begonnen met het verder bouwen van Parador hotels. Maria Gimeno zegt: ‘In de jaren zestig realiseerde Spanje zich dat het land steeds meer in trek was bij toeristen. In 1966 werden met politicus Manuel Fraga van het Ministerie van Voorlichting en Toerisme van Spanje zestien nieuwe Paradores geopend. Een geweldige hoeveelheid nieuwe hotels om de gasten te leiden naar plekken die nog niet ontdekt waren door het toerisme.’
Paradores tentoonstelling
De negentigste verjaardag van de Parador van Gredos wordt gevierd met een Paradores tentoonstelling in de Sala Azca van stichting MAPFRE in Madrid. De tentoonstelling laat de negen decennia zien van de ontwikkeling van de Parador keten die parallel loopt aan de ontwikkeling van het toerisme in Spanje.
‘In het begin was er nog geen toerisme. De tentoonstelling laat verschillende promotieposters zien die in het buitenland werden gebruikt om te laten zien wat Spanje te bieden had en dat het er zeker niet gevaarlijk was. In Spanje zelf werd geprobeerd om de rijke Spanjaarden naar de Paradores te trekken,’ zo vertelt Gimeno, tevens curator van de tentoonstelling.
Film over de droom van het Spaanse toerisme
De film ‘El turismo es un gran invento’ (het toerisme is een briljante uitvinding) van Paco Martínez Soria is een getrouwe weergave van de ontwikkeling van het Spaanse toerisme. In de film droomde de burgermeester van het fictieve dorpje Valdemorillo del Moncayo in Aragón van een luxueus Parador hotel in zijn dorp.
De Paradores tentoonstelling is te bezoeken tot 24 juni 2018 in de Sala Azca van stichting MAPFRE in Madrid.