De bankenvergelijker iAhorro.com legde de commissie van 15 banken naast elkaar. Er blijken grote verschillen te zijn tussen individuele gevallen. Afgezien van de algemene kosten blijken diverse banken aan specifieke klanten of in specifieke omstandigheden speciale voorwaarden te bieden, waaronder het op zich nemen van de kosten voor het pinnen of deze niet doorberekenen in geval van een akkoord met de betreffende concurrerende bank waar er wordt gepind.
Behalve in de grote steden en bij de grootste banken van Spanje is het voorkomen van het betalen van commissies bij het pinnen erg moeilijk. In grote steden zijn meerdere vestigingen van alle banken aanwezig, waardoor het gemakkelijker is te pinnen bij je eigen bank om zo kosten te voorkomen. In kleine dorpen is dit helaas heel anders en zijn mensen vaak gedwongen hoge commissies te betalen bij gebrek aan alternatief.
Dat er sinds 2008 bijna 11.000 pinautomaten zijn verdwenen, helpt niet mee bij het vermijden van commissies. In 2008 waren er in Spanje volgens de Spaanse bank nog 62.000 pinautomaten terwijl er daar nu nog 51.491 van over zijn. De oorzaak hiervan is dat veel bankkantoren uit bezuinigingsoverwegingen zijn gesloten, met name in kleinere plaatsen. Meer dan 4.000 gemeenten verloren tijdens de economische crisis het enige bankkantoor dat er nog was. Daarmee zijn er 1,2 miljoen Spaanse burgers zonder toegang tot een kantoor in hun woonplaats.
Spanje had een eigenaardig systeem als het ging om geld opnemen met bankpassen die vreemd waren ten opzichte van die in de internationale omgeving. In landen als het Verenigd Koninkrijk of Nederland is het normaal gesproken gratis om te pinnen of je betaalt slechts één keer als het een buitenlandse bank betreft. Toen het pinautomatensysteem werd ingevoerd, werden drie netwerken gevormd door verschillende banken. Dat waren 4B, Servired en Euro6000. Met dit systeem werden de kosten vastgesteld en gedifferentieerd. Je kon gratis geld opnemen binnen het eigen netwerk of op zijn minst tegen zeer lage kosten. Het tegendeel was het geval als je geld pinde bij andere netwerken.
In 2016 trad een nieuwe verordening in werking waarmee dubbele aanrekening voor geldopname werd vermeden. Sindsdien zijn de eigenaren van de geldautomaten de enigen die kosten in rekening kunnen brengen om geld op te nemen. De bank die eigenaar is van de kaart die wordt gebruikt om geld te pinnen, beslist of deze kosten al dan niet aan de klant worden doorberekend. Sommige banken hebben bilaterale overeenkomsten, waarmee ze de commissies lager houden voor hun eigen klanten. Het is daarom handig te weten met welke banken je eigen bank akkoorden heeft gesloten.
In het onderzoek werden de volgende banken met elkaar vergeleken: CaixaBank, BBVA, Bankia, Sabadell, Bankinter, Liberbank, Unicaja, Santander, Popular, OpenBank, Kutxa, Abanca, Deutsche Bank, ING, Ibercaja en Mediolanum.
De bank die het meeste rekent voor pinnen is Liberbank. Iedereen die niet over een Liberbank-pas beschikt, betaalt 2,50 euro. Daarna volgen met 2 euro per pintransactie CaixaBank, Deutsche Bank en de banken die vallen onder Grupo Santander (Santander, Popular en OpenBank). Banken die tot deze groep behoren berekenen bij elkaars cliënten geen commissie).
Unicaja rekent 2 euro commissie aan mensen met een pas van BBVA, Santander, Popular, OpenBank, Deutsche Bank, ING en Mediolanum. In andere gevallen is de commissie tussen 50 en 65 cent. De banken Kutxabank en Abanca hebben akkoorden gesloten met BBVA, SAntander, Popular, Openbank, Deutsche Bank, ING en Mediolanyum. Die klanten krijgen een commissie te betalen tussen 1,90 en 1,95 euro per pintransactie.
De BBVA rekent aan iedereen met een andere bankpas 1,87 euro. Iets daaronder zitten Sabadell en Ibercaja met 1,80 euro voor klanten van CaixaBank, BBVA, Grupo Santander, Deutsche Bank en Ing. Aan klanten van de andere banken rekenen Sabadell en Ibercaja tussen 50 en 65 cent.
Bankinter rekent 1 euro aan klante van BBVA, Bankia, Sabadell, SAntander, Openbank, ING en MEdiolanum en aan de rest tussen 50 en 65 cent. De bank die de laagste commissie rekent van de geanalyseerde banken is de ING die 50 procent rekent in alle gevallen. Mediolanum beschikt niet over eigen pinautomaten en rekent geen enkele commissie aan haar klanten die bij andere banken pinnen tot een maximum van 52 pintransacties per jaar.
Voorkom het betalen van commissies
Om het betalen van commissies te vermijden kun je dus het beste een pas hebben van de ING of van een bank die nog heel veel pinautomaten heeft, zoals La Caixa. Bij je eigen bank worden doorgaans geen pinkosten in rekening gebracht. Dat de commissies die je uiteindelijk betaalt, soms hoger liggen dan de in dit artikel vermelde bedragen, komt door het feit dat boven op deze basiscommissies de eigen bank soms ook nog een bedrag rekent voor het pinnen bij een andere bank of voor de transactie die gepaard gaat met het in rekening brengen van die commissie.
De banken die eigenaren zijn van de geldautomaten rekenen de commissies niet rechtstreeks door aan de gebruikers van andere entiteiten, maar aan de bank die de bankpas waarmee de transactie wordt gedaan, heeft uitgegeven. Die bank is echter vrij om deze commissie aan zijn cliënt door te geven en om er in sommige gevallen nog wat bovenop te rekenen. Daarom kan het zijn dat de commissie die je betaalt bij een andere bank dan je eigen bank hoger is dan je in dit overzicht ziet staan.
Klik hier voor het vergelijkend onderzoek tussen pinautomaten van iAhorro.com
Lees ook: Spaanse regering beperkt commissies banken