De overblijfselen van deze gebouwen bevinden zich naast de restanten van de Arco de Augusto (de boog van Augustus) die in 2018 werd ontdekt.
Wachten op opgraven van gebouwen uit Romeinse tijd
Juan Pedro Bellón is de directeur van het Iberisch archeologisch instituut van de universiteit van Jaén. Hij vertelt over het onderzoek dat archeoloog Cristóbal Pérez Barea heeft verricht naast de restanten van de Arco de Augusto. Het onderzoek heeft uiteindelijk geleid tot de ontdekking van de administratiegebouwen.
Het archeologisch instituut wacht op dit moment op goedkeuring voor het verder opgraven van de overblijfselen. De Arco de Augusto dateert uit het 2e jaar voor Christus en diende als grens en doorgang tussen de Romeinse provincies Tarraconensis en Bética. De aanwezigheid van administratiekantoren op deze plek zou in dit geval logisch zijn, volgens archeoloog Pérez Barea.
Arco de Augusto cultureel historisch erfgoed
De Arco de Augusto werd in 2018 ontdekt in Mengíbar en werd in mei 2019 opgenomen in de catalogus als cultureel historisch erfgoed van de Spaanse provincie. Uit onderzoek van het instituut blijkt dat de doorgang slechts tweehonderd jaar werd gebruikt. De boog heeft de tand des tijds niet ongedeerd doorstaan. De universiteit van Jaén heeft onlangs aan het Ministerie van Transport gevraagd om een deel van het culturele budget vrij te maken om de structuur van de boog te opnieuw te creëren om het culturele erfgoed te herstellen.