36,2% van de Spaanse gezinnen heeft elders in het land nog een tweede woning. Alleen in Cyprus en Griekenland is dit percentage hoger met respectievelijk 51,6 en 37,1%. Van alle huizen in Spanje is 71,7% eerste woning, 13,7% staat leeg en 14,6% is een vakantiewoning.
Ouder welgesteld echtpaar uit de grote stad
Het profiel van deze tweede woningbezitters zijn echtparen tussen de 55 en 64 jaar oud uit de hogere sociale middenklasse met meer dan één kind, woonachtig in een grote Spaanse stad, het vaakst in Madrid of Barcelona. Hier wonen ze veelal in appartementen waardoor ze meer geld besteden aan een ruime tweede vakantiewoning. Dat blijkt uit een onderzoek van Julián López van het Studiecentrum voor Demografie van Barcelona. Volgens López is de tweede woning voor deze groep mensen een goede investering om samen met de hele familie van te genieten en later na te laten aan de erfgenamen. De coronacrisis heeft ervoor gezorgd dat tweede huizen meer dan ooit populair zijn in Spanje. Onder vakantiehuizen worden de huizen gerekend waarin de eigenaars minimaal 15 dagen en maximaal 180 dagen per jaar verblijven.
Voorkeur voor steden aan de kust
De meeste tweede huizen worden gekocht in de regio Castilië en León (24%), gevolgd door Cantabrië en Valencia (beide 20,8%). Als niet gekeken wordt op regionaal niveau maar naar steden boven de 20 duizend inwoners, worden de meeste huizen gekocht in de steden aan de kust. Hier wordt de lijst aangevoerd door San Javier in Murcia met ruim 23 duizend vakantiewoningen. In Cullera (Valencia), Salou (Tarragona), Santa Pola (Alicante), Almuñécar (Granada), Isla Cristina (Huelva), Torrevieja (Alicante) en Rota (Cádiz) is de helft van alle huizen een vakantiehuis. Onder de Spaanse provincies was in de afgelopen tien jaar de provincie Alicante het meest geliefd voor een tweede huis, gevolgd door Málaga.
Provincies Alicante en Malaga favoriet
Niet alleen de Spanjaarden zelf, ook andere Europeanen kopen graag een tweede huis in Spanje. Tussen 2010 en 2014 steeg het percentage van tweede woningen met buitenlandse eigenaars van 3,3% naar 10,5%, en zakte in 2019 vervolgens naar 7,8%. Buitenlandse kopers hebben een voorkeur voor de kustregio’s en dan, net als de Spanjaarden zelf, vooral voor Alicante en Málaga; een derde deel van alle woningen die aan buitenlanders werd verkocht, bevindt zich in een van deze twee provincies. Na Alicante en Málaga volgen Santa Cruz de Tenerife, de Balearen, Gerona, Las Palmas en Murcia. 20% van de buitenlandse huizenkopers kwam uit Engeland, 12% uit Duitsland of Frankrijk, 10% uit België en 8% uit Zweden.