Toen op 21 juni de grens naar Spanje weer openging leek het er even op dat de geleden verliezen uit de maanden daarvoor nog deels konden worden teruggehaald. Niets bleek uiteindelijk minder waar; als gevolg van de negatieve reisadviezen en verplichte quarantaine na terugkomst uit Spanje, pakte de hoogseizoenmaand augustus voor de toeristische sector wederom desastreus uit, met name voor de Balearen en Benidorm.
Verlies van bijna 100 miljard euro
Volgens de toeristische alliantie Exceltur ging voor de sector dit jaar bijna 100 miljard euro in rook op, waarbij de grootste verliezen werden geleden aan de populaire zon- en strandbestemmingen zoals de Costa del Sol en in de Spaanse steden. Aan de Spaanse noordkust daarentegen, evenals in de provincies Cádiz en Huelva, heeft de coronapandemie minder diepe sporen achtergelaten. Dat betekent niet dat hier geen verliezen zijn geleden, maar dat deze minder dramatisch zijn. Zo konden in de maand juli in Cádiz, Huelva, Asturië, Pontevedra, Gipuzkoa en Cantabrië 90% van de hotels met 50% bezetting (het landelijk gemiddelde was 35% bezetting) openblijven, terwijl het percentage geopende hotels op de eilandengroepen onder de 40% lag.
Klap het beste opgevangen door noordelijke regio’s, Cádiz en Huelva
Volgens statistiekbureau INE was het verlies het minst groot in de regio Asturië (23,5% minder toeristen in juli vergeleken met het vorig jaar), gevolgd door Cantabrië (- 27,2%), Jaén (-33,2%), Huelva (-35%) en Cádiz, Gipuzkoa en Huesca (alle drie -36%). Volgens José Luis Zoreda van Exceltur hebben deze regio’s kunnen profiteren van het nationaal toerisme deze zomer waardoor de gevolgen van de pandemie hier minder groot zijn. Op de Balearen, een regio die sterk afhandelijk is van buitenlands toerisme, kwamen in juli liefst 80,4% minder toeristen dan in juli vorig jaar en daalde het aantal overnachtingen met 84,2%. Dat gold, in iets mindere mate, ook voor de steden Barcelona, Madrid en de Canarische Eilanden. Volgens de recente gegevens van de Wereldorganisatie voor Toerisme zal het zeker tot 2022 duren voordat de sector weer terug is op het niveau van voor de coronapandemie, wat inhoudt dat de sector volgend jaar opnieuw een onzeker jaar tegemoet treedt.
Overheidssteun onontbeerlijk voor overleven toeristische sector
De enige redding voor het Spaanse toerisme is de finaciële steun die de overheid biedt. Zo is het van groot belang dat er een akkoord komt voor verlenging van de tijdelijke werkloosheidsregelingen (ERTE) tot medio januari. Van alle 812.438 werknemers in Spanje die in augustus in aanmerking kwamen voor een ERTE, was 40% werkzaam binnen het toerisme. “Voor het eerst in de geschiedenis is de belangrijkste motor van de Spaanse economie stil komen te staan. Het is dan ook van groot belang dat juist deze sector in aanmerking komt voor overheidssteun” zegt Zoreda van Exceltur. Zonder deze steun zullen tienduizenden banen verloren gaan. Overheidsbronnen hebben aangegeven dat het verlenen van meer, regionaal gedifferentieerde financiële hulp aan de toeristische sector de enige manier is om de tijdelijke werkloosheidsregelingen niet over te laten gaan in grootschalig definitief banenverlies.