Het oudste restaurant ter wereld staat in Madrid

door admin
Het oudste restaurant ter wereld staat in Madrid

Voor het eerst in bijna 300 jaar tijd waren wegens de coronamaatregelen in maart en april de deuren een aantal weken gesloten. In 1725 werd de herberg Casa Botín aan de Calle de Cuchilleros in Madrid geopend door de Fransman Jean Botin, getrouwd met een vrouw uit Asturias. Toen het echtpaar kinderloos stierf, werd de zaak geërfd door Candido Remis, een neef van Botín. Deze veranderde de naam van de herberg naar Sobrino de Botín, wat ‘neef van Botin’ betekent.

Tijdens de 19e eeuw werd Sobrino de Botín gerenoveerd en veranderde de gelegenheid van herberg naar taveerne en daarna naar restaurant. In 1930 werd het restaurant overgenomen door de familie González Martín, die het vandaag de dag nog steeds runt.

Drie generaties

De huidige eigenaar is Antonio González, de derde generatie van de familie González. Deze familie heeft zoveel mogelijk de authenticiteit van het restaurant willen behouden, hoewel er uiteraard een aantal veranderingen hebben plaatsgevonden. In de 18e eeuw brachten de klanten bijvoorbeeld hun eigen eten mee naar de herberg om het daar te laten roosteren, iets dat vandaag de dag niet meer gebruikelijk is. Door de jaren heen is het menu regelmatig aangepast. Een constante daarop bleef echter het geroosterde speenvarken (cochinillo asado). Deze wordt al eeuwenlang in de bijna 300 jaar oude houtoven gebraden en op smaak gebracht met verschillende kruiden als laurier en knoflook.

Een literaire herberg

Een van de grote liefhebbers van het geroosterde speenvarken was de schrijver Ernest Hemingway, die urenlang aan dezelfde tafel zat en stukken uit zijn roman ‘Fiesta’ (het boek kreeg later de titel ‘The Sun Also Rises’) citeerde. Maar Hemingway was niet de enige. Ook andere grote internationale romanschrijvers zoals John Dos Passos, Truman Capote of F. Scott Fitzgerald schreven over het restaurant evenals Spaanse auteurs als Pérez Galdós en Ramón Gómez de la Serna.

Hoewel er nog steeds geen officiële bewijzen zijn, heeft naar verluidt Francisco de Goya hier als bordenwasser gewerkt toen hij in de leer was als schilder en nog niet bekend was aan het hof van de koning.

Guinness Book of Records

Er zijn restaurants die misschien ouder zijn dan Sobrino de Botín, maar die waren niet zo lang onafgebroken achter elkaar geopend. In 1987 is Sobrino de Botín in het Guinness Book of Records opgenomen, omdat vanaf 1725 iedere dag de ovens aan hebben gestaan en de eetgelegenheid voor het publiek open was.

Zelfs tijdens de Spaanse Burgeroorlog werden de deuren niet gesloten. Toen de meeste leden van de familie naar een klein dorpje uitweken, bleef Emilio González achter om de militairen te bedienen. Nog steeds zijn er sporen van de oorlog aan de buitenkant van het gebouw zichtbaar zoals het hekwerk van een van de balkons dat door granaatscherven is verbogen.

Emilio en Amaparo hadden destijds naast de eigen familieleden 7 werknemers in dienst. Tegenwoordig zijn het er 75. Zeker nadat het restaurant is opgenomen in het Guinness Book of Records, zijn alle 230 plaatsen in het restaurant elke dag bezet en moet men reserveren om zeker te zijn van een plekje aan een van de tafels. Tot begin dit jaar. Het was voor het eerst in de geschiedenis dat het restaurant de deuren moest sluiten. Het enige dat bleef werken was de houtoven. Die lieten de eigenaren al die weken branden tot het restaurant na de lock down weer open mocht. Inmiddels draait het restaurant weer op volle toeren (met inachtneming van de avondklok).

Dit vind je misschien ook leuk