Laatste kans voor tentoonstelling Spaanse Meesters in Amsterdam

door admin
Laatste kans voor tentoonstelling Spaanse Meesters in Amsterdam

Met meer dan zestig bij elkaar gebrachte meesterwerken is dit de grootste collectie Spaanse kunst buiten Spanje. Er zijn niet alleen topstukken van grote meesters als El Greco en Velásquez te zien, ook het werk van hun leerlingen en dat van latere beroemde schilders zoals Picasso is in deze bijzondere tentoonstelling opgenomen.

Siglo de Oro

De Spaanse Gouden Eeuw bestrijkt de periode tussen 1492 en 1659. Heel Spanje was inmiddels bevrijd van de Moorse bezetters en de strengkatholieke Spaanse Koningen regeerden het land. De ontdekking van de Nieuwe Wereld door Cristoffel Columbus maakte van Spanje een wereldspeler, het land had letterlijk goud in handen. Met een steeds verder gaande kolonisering werd het Spaanse rijk het rijk waar de zon nooit onder ging. Filips II, de strengste katholieke vorst die Spanje zou kennen, was een groot liefhebber van kunst. Met de middelen die waren verkregen uit de koloniën bouwde de Spaanse vorst een immense kunstcollectie op voor de decoratie van zijn paleis El Escorial, nabij Madrid. De Spaanse kunst bereikte een hoogtepunt met een overvloed aan opdrachten voor paleizen, kerken, kloosters en particulieren.

El Greco

Domenikos Teotokopulos (1541-1614), door de Spanjaarden El Grecogenoemd, was een van oorsprong Griekse schilder. Hij vertrok op jonge leeftijd naar Italië waar hij leerling van de Italiaanse kunstenaar Titiaan werd. Daarna vertrok hij naar Spanje waar hij zich in eerste instantie in Madrid vestigde waar hij enkele schilderijen voor koning Filips II maakte. Deze was niet erg onder de indruk van de felle kleuren die El Greco gebruikte en de kunstenaar verruilde vervolgens Madrid voor Toledo. In deze religieuze hoofdstad van Spanje vielen zijn schilderijen beter in de smaak. Hier heeft hij het grootste gedeelte van zijn schilderijen gemaakt en woonde er tot aan zijn dood in 1614. Grote bekendheid heeft hij in zijn eigen tijd echter niet gekregen. Pas aan het einde van de 19e eeuw en eerste helft van de 20ste eeuw kreeg zijn werk een grotere betekenis. De Franse schilders Manet en Cezanne worden wel gezien als de grondleggers van de moderne schilderkunst. Beide lieten zich inspireren door het werk van El Greco. Maar ook Spaanse moderne schilders zagen hem als hun voorbeeld, waaronder Picasso en Sorolla. El Greco heeft een belangrijke rol gespeeld voor de verbreiding van het kubisme en het expressionisme van de vroege 20ste eeuw.

De Ribera

De carrière van José de Ribera (1591-1652) kwam tot ontwikkeling in Italië. Hij maakte in zijn werk als geen ander gebruik van de clair-obscur schilderkunst die was geïntroduceerd door de Italiaan Caravaggio. Maar ook buiten Italië liet hij zich inspireren door Spaanse en Hollandse meesters uit zijn tijd. Het kenmerkendst voor het werk van Ribera is de religieuze thematiek met veel aandacht voor heilige martelaren.

Zurburán

Francisco de Zurburán (1598-1664) schilderde ook voornamelijk religieuze taferelen. Hij blonk uit in zijn realistische schilderstijl. Vanuit Sevilla verhuisde hij naar Madrid waar hij bevriend raakte met Veláquez. Hij kreeg opdrachten voor kerken en kloosters en zijn carrière bereikte een hoogtepunt toen hij benoemd werd tot een van de hofschilders van Filips IV.

Velásquez

Diego Velázquez (1599-1660) was een van de belangrijkste en invloedrijkste schilders van Spanje. Ook hij werkte aan het hof van koning Fillips IV voor wie hij voornamelijk portretten en religieuze schilderijen maakte. Met zijn uitzonderlijk realistische portretten verwierf hij grote bekendheid. Zijn bekendste werk is ‘Las Meninas’ (de hofdames), te bezichtigen in het Prado in Madrid. Velásquez liet zich onder andere inspireren door Caravaggio en Rubens, die hij ook persoonlijk had ontmoet. Ook voor Velásquez liet zijn wereldfaam enige tijd op zich wachten; pas tussen 1880 en 1920 bereikte zijn roem een hoogtepunt. De Franse schilder Manet noemde Velásquez ‘de grootste schilder ooit’.

Murillo

Bartolomé Esteban Murillo (1617-1682) wordt samen met zijn tijdgenoten Velásquez en Zurburán genoemd als de belangrijkste Spaanse barokschilder. Murillo ging niet bij een leermeester werken, maar ontwikkelde zich geheel zelfstandig. Beroemd werd hij met de religieuze kunst die hij maakte voor de Franciscanen. Zijn romantische schilderstijl maakte hem in de negentiende eeuw een van de populairste Europese schilders.

Goya

Francisco de Goya (1746-1828) trad in de voetsporen van deze Spaanse barokschilders. Ook hij schilderde in dienst van het Spaanse Hof. Bovendien leidde hij de Spaanse Koninklijke Wandkledenfabriek waar wandkleden werden gemaakt voor de Koninklijke paleizen. Beroemd zijn Goya’s grafiekseries, waarvan gravures te zien zullen zijn op de tentoonstelling. In het werk van Goya is te zien dat de religieuze thema’s plaats maken voor maatschappelijke thema’s uit de 18eeeuwse Spaanse samenleving zoals de Franse bezetting.

Dit vind je misschien ook leuk