Het herstel gedurende dag vond plaats ondanks de onzekerheid over de formatie van een regering nadat de PSOE de verkiezingen won en Pedro Sánchez zodoende aan kan blijven als president. Sinds de Ibex35 in 1992 werd opgericht, eindigde de beurs nooit in het groen op de dag volgend na de acht algemene verkiezingen die er sindsdien in Spanje zijn gehouden. De beurs sloot met een stijging van 0,12 procent tot 9.517,2 punten, nadat deze gedurende een deel van de dag was gedaald.
De samenvatting die de markt volgens analisten geeft aan de verkiezingsuitslag is dat, hoewel Sánchez steun nodig heeft om te regeren, hij een meerderheid heeft die wel enige politieke stabiliteit oplevert. Over die stabiliteit maken de investeerders zich doorgaans het meeste zorgen.
Ruim de helft van de 35 bedrijven zijn aan het einde van de beursdag gestegen, met name de banken. Santander met 2,18 procent, BBVA met 0,71 procent, Caixabank met 2,82 procent, Bankia met 2,92 procent en Sabadell met 2,61 procent.
Ence Energía y Celulosa daalde het meest met 4,78 procent. Dit bedrijf kan naar de verkiezingen wijzen als schuldige, omdat de uitslag daarvan de toekomst van hun fabriek in Pontevedra nog meer in twijfel trekt. Deze is namelijk verwikkeld in een juridische strijd rond de uitbreiding van de activiteit. Die uitbreiding werd niet gesteund door de regering Sánchez.