Ondanks een korte opleving in de maanden juni en juli ziet het publieke spoorwegbedrijf de nabije toekomst somber in en verwacht eind 2022 pas weer op het niveau te zijn van vijf jaar daarvoor. In een enquête die Renfe begin oktober hield gaf maar 6 procent van de ondervraagden aan voornemens te zijn om met de trein te gaan reizen. Dit percentage was in 2012 tijdens de vorige economische crisis waaronder Spanje gebukt ging nog 21 procent.
Volgens de onlangs gepresenteerde begrotingen van de Spaanse regering wordt het verlies van Renfe geschat op 142 miljoen euro. In het gunstigste geval zal het nog zeker tot 2022 duren voordat het spoorbedrijf weer winst zal maken.
300 nieuwe treinen in 2021
Positief nieuws voor Renfe is het bericht dat het ministerie van Transport, Mobiliteit en Stedelijke Ontwikkeling deze week naar buiten bracht waarin de aankoop van bijna 300 nieuwe treinen in 2021 bekend werd gemaakt. 240 treinen zijn bestemd voor het forensenverkeer, 43 voor de middellange afstanden en er komen 13 nieuw hogesnelheidstreinen (AVE). Voor de AVE-treinen investeert de Spaanse overheid het komende jaar een bedrag van bijna 2,9 miljard euro. Voor de overige treinen wordt 1,8 miljard geïnvesteerd, dat is 112 procent meer dan in 2018. Deze royale overheidsinvestering is naar verwachting goed voor 121.200 nieuwe banen. Ondanks dat vorige zittende regeringen lieten weten in het spoorverkeer te zullen investeren, zijn er in de afgelopen tien jaar nauwelijks nieuwe treinen bijgekomen in Spanje.
Het Spaanse staatsbedrijf voor spoorwegbeheer Adif en Adif Alta Velocidad investeren eveneens het komende jaar voor een bedrag van bijna 4,86 miljard euro in het treinnetwerk waarvan 3 miljard bestemd is voor de ontwikkeling van nieuwe infrastructuur, het overige deel gaat naar renovatie van het bestaande spoornetwerk. Dat liet Isabel Pardo de Vera, bestuursvoorzitter van Adif, gisteren weten. Adif registreerde dit jaar een inkomstenverlies van 270 miljoen euro.