Dat blijkt uit recent gepubliceerde cijfers van het ministerie van Sociale Zekerheid en Werkgelegenheid. Normaliter is de maand april een gunstige maand voor de Spaanse arbeidsmarkt met de start van het toeristische seizoen, de oplopende temperaturen en de viering van Semana Santa. Ondanks dat de banengroei in april door de pandemie niet vergelijkbaar is met andere jaren, is er voor de tweede maand op rij sprake van een afnemende werkloosheid.
Steeds minder mensen tijdelijk werkloos
In totaal bestaat de werkende bevolking in Spanje nu uit 19.055.298 werknemers en staan er 3.910.628 werkzoekenden geregistreerd. Tegenover de 900 duizend banen die in het afgelopen jaar in Spanje verloren zijn gegaan, zijn er inmiddels bijna 600 duizend bijgekomen.
Een andere positieve trend is de daling van het aantal mensen met een tijdelijk stopgezet arbeidscontract. Eind april werden 638.283 mensen met een ERTE geregistreerd, dat zijn er 36.600 minder dan een maand daarvoor. Een jaar geleden, tijdens de piek van eerste coronagolf, was voor bijna 3,4 miljoen werknemers een ERTE getroffen.
Opnieuw verlenging ERTE’s
Deze maand gaat de Spaanse regering opnieuw met de sociale partners in onderhandeling voor een nieuwe verlenging van deze arbeidsbeschermende maatregel. Met name voor de reisbureaus (voor 58,26 procent van de werknemers in deze sector is een ERTE getroffen), de toeristische accommodatiesector (52,12 procent), transportsector (41,99 procent) en de kansspelindustrie (33,85 procent) is een verlenging van de ERTE’s essentieel.
In april nam in alle grote economische sectoren het aantal banen toe, met name in de dienstensector waar 99.404 werknemers weer aan de slag konden. In de landbouw, veeteelt en visserij waren dat er 13.483 en in de industriële sector nog eens 8.544. In de horeca steeg de werkgelegenheid zelfs met 4,12 procent.
Balearen registreren grootste herstel
Gekeken naar de banengroei in de verschillende autonome regio’s, was deze het grootst op de Balearen (+2,75 procent), gevolgd door Murcia (1,44 procent), Navarra (1,17 procent) en Extremadura (1,15 procent).