In totaal werden 110 Europese banken onderzocht op de kracht van hun balans en op rentabiliteit. Scoort een bank op beide punten zwak, dan behoort deze tot de categorie ‘zwakke banken’. Daarvan zijn er eind 2016 dus 31. Dat is 8 meer dan eind 2015. Het historische maximum in deze categorie was 35 banken in 2013. In het laatste jaar vielen vier zwakke banken om of werken niet meer autonoom, zoals het geval is met de Spaanse Banco Popular die door Banco Santander werd overgenomen.
Volgens de auteur van het onderzoek Joao Soares zijn er eind 2016 in totaal 42 sterke banken. Dat zijn er 4 meer dan een jaar eerder. Soares concludeert tegen Financial Times dat het ‘bankenpanorama steeds gepolariseerder wordt’. De kloof tussen de sterkste en zwakste banken groeit.
Italië is het land met de meeste zwakke banken. Hier bevinden 11 entiteiten zich in zwaar weer. Daarna volgt Spanje met 6 zwakke banken, Duitsland met 5 en Frankrijk met 2. Duitsland heeft anderzijds wel 5 sterke banken. Hetzelfde geldt voor Frankrijk en Nederland. Zweden heeft 4 sterke banken.
Volgens het rapport kan elke bank die in de categorie zwak staat weer gezond worden. Hiervoor zijn wel harde maatregelen nodig, zoals een sterke reductie van de kosten, het schrappen van problematische kredieten, het laten toenemen van de deposito’s en het aantal leningen laten dalen. In het rapport is sprake van 2 banken die in 2010 zwak waren en die nu bij de sterkste categorie staan.
Advocaten van Bain hebben besloten geen namen van banken te publiceren, ondanks dat het onderzoek zich baseert op gegevens die openaar zijn. Daarom zijn de banken per land gerangschikt. In de lijst staan eveneens vier Britse banken. Een staat in de sterkste categorie en geen enkele is zwak.