Pyreneeën verliezen helft van sneeuw in komende dertig jaar

door admin
Pyreneeën verliezen helft van sneeuw in komende dertig jaar

Meer dan de helft van de gletsjers in de Pyreneeën zijn in iets meer dan dertig jaar tijd verdwenen als gevolg van de klimaatopwarming. Tegelijkertijd zijn de bossen op de zuidelijke helling meer dan een halve meter noordwaarts opgeschoven. De centrale Pyreneeën (op 1.800 meter hoogte) zal tegen 2050 gemiddeld 50% van de sneeuw hebben verloren en de hoeveelheid sneeuw onder de 1.500 meter hoogte zal in het laatste kwart van deze eeuw met 78% verminderd zijn. Dit zijn enkele conclusies uit het rapport over de klimaatverandering in de Pyreneeën van de Comunidad de Trabajo de los Pirineos dat werd gecoördineerd door het Observatorio Pirenaico de Cambio Climático.

De gemiddelde temperatuur in het gebied is in de laatste 50 jaar met 1,2 graden Celcius gestegen (tussen 1959 en 2010). Dat is 30% meer dan het wereldwijde gemiddelde. Bovendien verwacht men dat aan het einde van deze eeuw in deze hele zone de temperaturen tussen 2 en 7,1 graad gestegen zullen zijn.

Nadat meer dan de helft van de gletsjers in het berggebied zijn verdwenen in de laatste 30 jaar (tussen 1984 en 2016) zijn er slechts 19 over, volgens onderzoeker Juan Terrádez. In 1983 waren er nog 41 gletsjers. Voor 2015 zijn de onderzoekers pessimistisch omdat alles erop wijst dat de Glacier de Ossoue aan de Franse kant volledig zal verdwijnen. Deze had in 2007 nog een omvang van 46 hectare.

Probleem voor skigebieden

Dat de helft van de sneeuwlaag tegen 2050 verdwenen zal zijn, is relevant, aangezien daar de meeste skigebieden liggen. Tussen 1960 en 2010 was het aantal dagen per jaar waarop er minder dan 30 centimeter sneeuw lag aanzienlijk toegenomen in alle skigebieden en op alle hellingen. Het aantal dagen met onvoldoende sneeuw is toegenomen van 5% naar 70% op alle skistations op lagergelegen hellingen en van 4% naar 20% op de middelhoog gelegen skistations. De start van het skiseizoen verschuift eveneens op naar later in het seizoen. Het gaat om 5 tot 55 dagen op lagergelegen skistations en om 5 tot 30 dagen op hogergelegen stations.

Fauna

Een ander teken dat wijst op klimaatverandering is dat trekvogels hun komst langs het gebied met gemiddeld 10 dagen hebben vervroegd sinds 1959. Enkele soorten, zoals de alpensneeuwhoen, zijn veranderd in hun fysiologische voorkomen en in aantal door de opwarming. Ook is het aantal Pyreneeënbeeksalamanders sterk verminderd. Over het algemeen lijken amfibiën het meest kwetsbaar te zijn voor klimaatverandering.

Sommige soorten verplaatsen zich als gevolg van de klimaatverandering naar hogergelegen zones op zoek naar passende leefomstandigheden. Europese deden dit met gemiddeld 11 meter per tien jaar. Een ander gevolg is dat er zich meer plagen zullen voordoen die tot nu toe onbekend waren in dit gebied. Denk hierbij aan de processierups die zich eveneens begeeft naar grotere hoogten. Periodes van droogte, hittegolven samen met dit type plagen kunnen de gezondheid van de bossen aantasten.

Zomertoerisme moet worden gestimuleerd

Een van de conclusies uit het rapport is dat door de opwarming de temperaturen in de Pyreneeën zowel in het voor- als najaar hoger komen te liggen. Hierdoor zal het seizoen voor het berg en zomertoerisme langer duren. Dat is iets waar ondernemers in het gebied zich op zullen moeten richten als anderzijds het wintersporttoerisme afneemt.

Dit vind je misschien ook leuk