Het gaat om het slechtste verkiezingsresultaat in de geschiedenis van de rechts-conservatieve partij. Dit werd volgens politieke experts vooral veroorzaakt door de fragmentatie op rechts, zodat rechtsgeoriënteerde kiezers in Spanje de keuze hadden uit de drie partijen PP, de rechts-liberale partij Ciudadanos of het extreemrechtse Vox. Bovendien maakte de PP onder leiding van Pablo Casado een ruk naar rechts, waardoor mogelijk een deel van de kiezers uit onvrede kozen voor het gematigder Ciudadanos.
Het grote verlies van stemmen, betekent ook een aanzienlijk verlies aan inkomsten voor de PP. De partij ontvangt ruim 10 miljoen euro minder op jaarbasis aan subsidies. Vanaf zondag 28 april kan de partij met het inkomen op basis van stemmen en zetels niet eens de helft van de salarissen van zijn werknemers meer betalen. Die beslaan volgens de boekhouding van 2017 een totaal van 16,9 miljoen euro.
Op basis van een regeling van het ministerie van Belastingzaken ontvangt elke partij 21.167,64 euro voor elke verkregen zetel in de twee kamers, het parlement en de senaat. Hierbij moet 0,81 euro worden opgeteld per stem in het parlement en 0,32 euro voor elke stem voor afgevaardigden in de senaat. Op basis hiervan komt de PP uit op een bedrag van 7.888.349,87 euro. Een verlies van ruim 10 miljoen euro ten opzichte van de laatst genoten inkomsten die meer dan 18 miljoen euro bedroegen.
Naast de bijna 17 miljoen euro die de partij nodig heeft om de salarissen te betalen moet nog 4 miljoen euro worden opgeteld voor sociale lasten en circa 23 miljoen euro voor andere dagelijkse uitgaven zoals belastingen of externe diensten waarvan gebruik wordt gemaakt.
Behalve de 37 miljoen euro die de partij in 2017 ontving aan publiek geld, kwam er ook nog 44 miljoen euro aan privé-geld binnen, onder meer donaties van bedrijven en leden van de partij.