Ruim 230 brandweerlieden werkten de hele nacht van zondag op maandag vanaf de grond door om het vuur onder controle te krijgen. Dat werd hen door harde windvlagen met snelheden tot 70 kilometer per uur erg moeilijk, zo niet onmogelijk gemaakt. Met het aanbreken van de dag zijn er weer 600 brandweerlieden actief. Vanuit 11 blusvliegtuigen en -helikopters werd bijna 300.000 liter water over het vuur gestort. Inmiddels zijn volgens de autoriteiten 1.500 hectare verwoest.
De door de stormachtige wind opgestookte, furieuze vlammenzee bedreigde gedurende zaterdagnacht al de bebouwde kom van Tejeda, een dorpje dat bekend staat als een van de mooiste dorpen van Spanje. Tweehonderd inwoners moesten worden geëvacueerd. Het ontoegankelijke terrein bemoeilijkt hier de bluswerkzaamheden. Ook inwoners uit Artenara en Galbar moesten hun huizen verlaten als gevolg van de brand die is ontstaan door een menselijke fout. De man die op eigen terrein aan het solderen was is inmiddels aangehouden.
Het verbrande gebied treft vooral het bovenste deel van het eiland, bij Tejeda, Artenara en Gáldar. Volgens de president van de Canarische Eilanden, Ángel Víctor Torres, zijn de zones Risco Gaído en Montaña Sagrada, die onlangs door de UNESCO zijn uitgeroepen tot werelderfgoed, niet aangetast. Wel voegde hij toe dat het moment nog niet daar is om over de schade aan het milieu te kunnen oordelen.
Bosbranden in Spanje hebben dit jaar al ruim 56.000 hectare verwoest. Dat is 43.551 hectare meer dan dezelfde periode vorig jaar.