Als die bewijzen er wel waren geweest had de partij, door de rechter gezien als een juridische entiteit, schuldig bevonden kunnen worden aan delicten van informaticacriminaliteit en verduistering van informatie. Het is de eerste keer in Spanje dat een politieke partij als juridische persoon in de beklaagdenbank zat. De PP werd aangeklaagd door het Openbaar Ministerie, de partij Izquierda Unida, het advocatencollectief Adale en Observatori Desc.
Daarnaast waren drie leden van de PP aangeklaagd; Carmen Navarro, voormalig penningmeester van de partij, Alberto Durán, juridisch adviseur van de partij en José Manuel Moreno, verantwoordelijke voor de informatiesystemen op het moment dat opdracht tot vernietiging en verwijdering van alle harde schijven van Luis Bárcenas werd gegeven.
Luis Bárcenas was penningmeester van de PP tot 2009 en verantwoordelijk voor de boekhouding en naar eigen zeggen ook voor de dubbele boekhouding (‘La Caja B’) waarin gedurende twintig jaar de illegale partijfinanciering afkomstig uit steekpenningen werd verwerkt. Volgens Bárcenas zouden onder meer de toenmalige premier Rajoy en partijsecretaris De Cospedal in 2008, 2009 en 2010 zwarte bonussen hebben ontvangen. Daarbij zouden er veel donaties zijn gedaan rond de verkiezingscampagne eind 2011.
In 2013 besloot de toenmalige partijsecretaris María Dolores de Cospedal dat alle documenten uit het kantoor van de ex-penningmeester Bárcenas verwijderd en zijn computers vernietigd dienden te worden. De partij verdedigde dit besluit met het argument dat de computers in bezit waren van de partij en niet van de heer Bárcenas. Bovendien zouden de harddisks gewist zijn vanwege de wet op gegevensbescherming.
Volgens de rechter kan niet bewezen worden dat de harddisks en de computers gewist zijn met de intentie om de informatie die erop stond te verbergen of het onderzoek naar de dubbele boekhouding van de PP te bemoeilijken. De rechter heeft het strafrechtelijke principe ‘in dubio pro reo’ toegepast, dat betekent dat in geval van twijfel het voordeel voor de verdachte is. Ook de PP als juridische persoon wordt vrijgesproken van het delict computerschade. Volgens de rechter is bewezen dat een van de computers in bezit van de partij was en van de andere computer heeft men niet kunnen achterhalen of die van de PP was of van Bárcenas zelf. Ook is niet bewezen dat op het moment dat de opdracht tot verwijdering en vernietiging van de bestanden en pc’s werd gegeven er gegevens op stonden.
Lees ook:
PP vernietigde computers ex-boekhouder vanwege wet op gegevensbescherming
Bárcenas: Twintig jaar lang illegale financiering Partido Popular
Na onthullingen Bárcenas zit Spaanse regering echt in het nauw