Met Spanje als thuishaven zien de multinationals een mogelijkheid de leiding te nemen op een van de grootste cannabismarkten ter wereld. Volgens berekeningen gaat er in 2025 wereldwijd rond de vijftigduizend miljoen euro om in de cannabisindustrie. Hiervan vindt tien procent in Spanje plaats.
Cannabisvergunning
Terwijl de zogeheten cannabisclubs, verenigingen die zonder winstoogmerk cannabis produceren, nog steeds gebonden zijn aan een strenge regelgeving, slokken multinationals alle bedrijven op die in het bezit zijn van een vergunning. Deze vergunningen worden slechts spaarzaam toegekend door het Spaanse Agentschap voor geneesmiddelen en medische apparaten (AEMPS). Volgens de laatste gegevens van het AEMPS zijn er in januari 2018 niet meer dan zes vergunningen uitgereikt onder de honderdzestig aanvragers.
Door de macht en het kapitaal van de multinationals, waarvan enkele een beurswaarde hebben van meer dan tien miljard dollar, en een wetgeving die aan het belang van deze multinationals tegemoet lijkt te komen, is het haast onmogelijk om in Spanje een cannabismarkt te ontwikkelen waar ook kleinere bedrijven in kunnen participeren.
Macht en kapitaal
De vader van zakenman Juan Abelló kreeg in 1973 een vergunning van dictator Franco voor de productie van opium. Sindsdien hadden zij het monopolie in handen voor de Spaanse opiumproductie. Dat zag Abelló ook wel zitten voor de productie van cannabis. Hij verkocht zijn bedrijf Alcaliber in 2016 voor tweehonderd miljoen euro aan het Britse beleggingsfonds GHO en opende daarmee de deur naar de Spaanse markt voor buitenlandse investeerders.
Abelló is nu met zijn investeringsbedrijf Torreal samen met GHO een nieuwe onderneming gestart: Linneo Health. In deze onderneming wordt “50 jaar ervaring in de landbouw- en industriële productie van streng gereguleerde farmaceutische producten in dienst gesteld van de cannabisindustrie”, aldus de website van Abelló. Linneo Health, waarvan 40% aan Abelló en 60% aan GHO toebehoort, is sinds 2016 geautoriseerd om medicinale cannabis te telen en te produceren.
De gigantische onderneming, groot geworden door de macht van een monopoliebezitter uit de Franco-tijd en de kapitale middelen uit de City of Londen, beschikt over een kasoppervlak van veertigduizend vierkante meter voor de teelt van hennepplanten en de industriële capaciteit voor de productie van liefst twaalfduizend ton planten per jaar. “Het is een natuurlijke ontwikkeling van ons bedrijf, om nu een andere ondernemerskoers varen” zo legt José Antonio de la Puente, CEO van Alcaliber het uit in een interview met de Spaanse krant El País.
Geen kans meer voor kleine producenten
Grote multinationals en buitenlands kapitaal hebben met hun immense kassen, gespecialiseerde communicatiemiddelen, onderzoekslaboratoria en cannabisvergunningen de markt compleet in handen genomen. Ze hebben de mogelijkheden voor de kleinere Spaanse producenten om een cannabishandel op te zetten daarmee compleet onmogelijk gemaakt.