De Spaanse bank schrijft dit in een brief die wordt opgenomen in het volgende kwartaalrapport en eist ook een economische politiek die ‘verzachtende elementen van het inkomstenverlies op korte termijn combineert met stimuli die de nodige structurele veranderingen faciliteren’. De financiële instelling benadrukt al voor de coronapandemie gewezen te hebben op de noodzaak tot structurele wijzigingen in de sector.
De diversificatie van het buitenlands toerisme uit markten zoals de VS, China en Noord-Europese landen moet worden verstevigd en meer worden gericht op segmenten als stedelijk en zakelijk toerisme. Hierbinnen wordt meer uitgegeven en deze zijn minder seizoensgebonden.
De Spaanse bank wijst opnieuw op het grote aandeel van de toeristische sector in de economie. Dat aandeel bedraagt om en nabij 12% van het bbp.
In juli werd een voorzichtig herstel waargenomen van het toerisme naar Spanje na de lockdown en de daaropvolgende de-escalatiefases. Dit herstel stagneerde echter eind juli weer als gevolg van de vele reisbeperkingen die andere landen instelden voor Spanje. Dit veroorzaakte een ‘sluiting van een bepaald deel van de hotels nog voor het einde van het zomerseizoen met name in de belangrijkste bestemmingen voor toeristen uit het buitenland in Spanje zoals aan de Costa Blanca, Costa Brava en de Costa del Sol. Hiermee zijn ook de perspectieven van deze sector voor de komende maanden verslechterd’.
Bovendien is volgens de Spaanse bank de reactivering van het toerisme eveneens negatief beïnvloedt door de beperkende maatregelen in Spanje zelf, zoals de verplichting tot het dragen van mondkapjes, de beperkingen voor de capaciteit, de vervroegde sluitingstijden en de sluiting van het nachtleven in de horecasector.