Vanaf het Plaza de Neptuno in Madrid keken zij, samen met overheidsbekleders, naar de 3.000 militairen (te voet en te paard), zo’n 40 voertuigen en een vijftigtal vliegtuigen. Duizenden toeschouwers stonden langs de route, die via Paseo del Prado en Paseo de Recoletos richting Plaza de Colón voerde.
Nieuwigheden
Deze nationale feestdag kenmerkte zich door diverse nieuwigheden. Felipe woonde het defilé al meerdere jaren bij, maar trad dit jaar voor het eerst op als koning. Voor de prinsesjes was alles nieuw, daarom kregen ze voortdurend aanwijzingen van hun moeder Letizia over hoe ze zich moesten gedragen.
Felipe was, als kapitein-generaal van de Spaanse luchtmacht die dit jaar 75 jaar bestaat, getooid in een uniform met nieuwe koninklijke onderscheidingen.
Nieuwe en vertrouwde gezichten op eretribune
Behalve de gebruikelijke militaire en politieke kopstukken, zoals president Rajoy en alle leden van de centrale regering, was dit jaar ook secretaris-generaal Pedro Sánchez (PSOE) uitgenodigd plaats te nemen op de eretribune. Van de 19 autonome regio’s werden er 16 vertegenwoordigd door hun president. Artur Mas (Catalonië) en Íñigo Urkullu (Baskenland) waren om principiële redenen afwezig, Javier Fernández (Asturië) had andere verplichtingen.
Voormalig koning Juan Carlos en zijn vrouw Sofía waren voor het tweede jaar op rij afwezig.
Luchtshow
Er liepen dit jaar 400 militairen meer dan vorig jaar mee en er werd weer een luchtshow uitgevoerd, na twee jaar afwezigheid wegens bezuinigingen. Boven Madrid waren naast vliegtuigen en helikopters ook luchtballonnen te zien. Zevenentwintig vliegtuigen behoorden tot het Spaanse leger, vijfentwintig kwamen uit andere landen. Ondanks eerdere berichten, deden er geen Nederlandse toestellen mee aan de show.
Volgens de krant El Público bedragen de kosten voor dit feestje in Madrid zo’n 820.000 euro, 70.000 euro meer dan vorig jaar. Bij dit bedrag zijn echter niet inbegrepen de kosten voor de luchtshow, die doorgaans nog eens zoveel kost.
Receptie
Na het officiële gedeelte (kranslegging, volkslied en defilé) was er op het koninklijk paleis een receptie voor 1500 genodigden. Voor het eerst bevonden zich daaronder ook prominenten uit de kunst- en sportwereld en mensen van sociale organisaties, zoals bijvoorbeeld Boti García, voorzitter van de Lesbische, Homo-, Bi-, en Transgender Federatie (FELGTB).
Volgens dagblad El País schitterden vice-president Soraya Sáenz en minister van Volksgezondheid Ana Mato door afwezigheid in verband met een bijeenkomst over de ebola-crisis.
Catalanen voor Spanje
Tegelijkertijd gingen in Barcelona zo’n 40.000 Catalanen de straat op, om zich uit te spreken voor één Spanje. Aanhangers van verschillende politieke partijen die tegen afscheiding van Catalonië zijn liepen eensgezind door de straten van Barcelona, Spaanse en Catalaanse vlaggen met zich meedragend: ‘Spanje, dat zijn we allemaal samen.’
Volgens de initiatiefnemers liet hiermee de ‘zwijgende meerderheid’ van zich horen en vroegen ze Artur Mas daar goed naar te luisteren.
Even dreigde er een confrontatie met extreme tegenstanders, maar verder verliep de demonstratie rustig en was de sfeer feestelijk en gemoedelijk.