Na maandenlang onderzoek concludeert Ruz over voldoende bewijsmateriaal te beschikken dat aangeeft dat de partij van premier Mariano Rajoy tussen 1990 en 2008 verschillende boekhoudsystemen bijhield los van de officiële boekhouding die wel bekend was bij de belastingdienst en het Rekenhof.
Lapuerta en Bárcenas
Twee voormalige penningmeesters van de partij zullen zich als verdachten voor de rechter moeten verantwoorden. Naast hen zijn er nog vier beschuldigden aangewezen. De partijkas werd achtereenvolgens beheerd door Alvaro Lapuerta en Luis Bárcenas.
Renovatie partijkwartier
De PP zou volgens rechter Ruz een zwarte betaling hebben gedaan van bijna 1,6 miljard aan het bedrijf Unifica, dat renovatiewerkzaamheden verrichte aan het hoofdkantoor van de politieke partij in Madrid. Twee verantwoordelijken bij Unifica, Gonzalo Urguijo en Belén García en een werkneemster Laura Montero zijn ook als verdachten in de corruptiezaak aangemerkt. Naast voornoemde personen zijn er nog 22 andere, die een rol speelden bij de illegale handelingen rond de partijkas die zullen worden gedagvaard.
Verschillende bronnen van financiering
Ruz schrijft in zijn dagvaarding dat de politieke partij sinds 1990 tot minstens 2008 profiteerde van verschillende bronnen van financiering die buiten het legale circuit om gingen. De schaduwkas (caja B) diende om bonussen op het salaris van personen verbonden aan de partij uit te betalen, uitgaven voor verkiezingscampagnes mee te financieren en om verschillende diensten en uitgaven van te betalen ten gunste van de PP of gerelateerd aan de activiteiten van de partij.
Rajoy ontkent bestaan ‘caja B’
Tot nu toe heeft premier Rajoy altijd het bestaan van een zwarte boekhouding ontkend. Hij heeft vanaf het begin Luis Bárcenas aangewezen als verantwoordelijke voor de financiële onregelmatigheden. Bárcenas zat al anderhalf jaar vast wegens een andere corruptiezaak Gürtel, maar werd onlangs op borg vrijgelaten. Hem hangt in de Gürtel zaak al een gevangenisstraf van 42 jaar boven het hoofd.