De Cobra-beweging in Marbella

door admin
De Cobra-beweging in Marbella

Voor hem staan klanten en genodigden die speciaal naar het nieuwe kantoor aan de Golden Mile in de Zuid-Spaanse badplaats zijn gekomen om de kunstwerken van de Cobra-beweging te zien, die daar sinds vrijdag 21 april hangen. Die werken zijn afkomstig uit de omvangrijke en indrukwekkende kunstcollectie die de ABN AMRO Bank door de jaren heen heeft verzameld. De bank gebruikt de stukken voor inrichting van haar kantoren, zowel in Nederland als daarbuiten. De werken worden eveneens beschikbaar gesteld voor exposities, bruiklenen, historisch onderzoek en publicaties.

De associatie met een filiaal van het Amerikaanse bedrijf Apple is inderdaad snel gemaakt als je het kantoor van de ABN AMRO in Marbella binnenstapt. Hoog, ruim, met veel lichtinval, modern ingericht en met veel wit. Dat wit wordt nu perfect en op harmonieuze manier doorbroken door de kleurrijke, soms figuratieve en soms abstracte kunstwerken van Karel Appel, Corneille en Anton Rooskens, die de ruimte nu sieren.

ABN AMRO Kunstcollectie

Van de appel die het symbool vormt voor de hedendaagse technologie is het bruggetje naar Karel Appel snel gemaakt en Looyens introduceert op zijn beurt Laura Mudde. Zij zal als kunsthistorica, zelfstandig curator en adviseur/inrichter van de collectie van de ABN AMRO kunstcollectie, de werken toelichten en meer vertellen over de makers ervan. Ze start met meer informatie over de Stichting Kunst & Historisch Bezit ABN AMRO, die als doel heeft de verzameling kunst en historische objecten in stand te houden, te beheren en uit te breiden. Een belangrijk onderdeel van de inspanningen van de stichting wordt gevormd  door de ABN AMRO Kunstprijs. Sinds 2015 wordt de prijs weer uitgereikt aan jonge veelbelovende kunstenaars en in 2017 werd deze toegekend aan Saskia Noor van Imhoff. Haar werk zal vanaf november 2017 te zien zijn in de Hermitage te Amsterdam.

Cobra-beweging

Mudde vertelt vervolgens meer over de Cobra-beweging, die in 1948 in Parijs werd opgericht als avant-garde beweging in de kunst. De leden ervan hadden als doel om terug te keren naar de bron van het scheppen en vonden inspiratie in wie zij als hun voorgangers in de moderne kunst zagen: Pablo Picasso, Paul Klee, Wassily Kandinsky en Joan Miró.

Corneille

In Marbella hangen nu prachtige werken van Corneille, Anton Rooskens en Karel Appel. Ondanks dat zij tot dezelfde beweging hoorden, hadden zij allemaal een eigen manier van werken, vertelt Mudde. Corneille was een autodidact die zijn inspiratie vooral haalde uit zijn vele reizen naar de tropen. In zijn werk zijn veel tropische vogels en bloemen en planten terug te vinden en het is erg kleurrijk. Hij liet zich ook inspireren door inheemse culturen. Het begin van zijn werk was abstracter dan het werk dat nu is te zien het ABN AMRO-kantoor. Later werkte hij meer organisch met heldere figuren en pastte hij ook storytelling toe in zijn werk.

Anton Rooskens

Anton Rooskens was eveneens voornamelijk een autodidact en had veel contact met Appel en Corneille. Rooskens verliet de Cobra-beweging al in 1949 na een grote tumultueuze expositie in het Stedelijk Museum. Dit was een belangrijk moment in de geschiedenis van de groep. De directeur wilde de toenmalige traditie rond kunst openbreken, maar ontving met zijn expositie van werken van Cobra ontzettend slechte recensies. Het publiek voelde zich beledigd door de kunst en noemde het ‘kinderachtig’. Voor Rooskens was Nederland geen stimulerende omgeving meer om in te werekn. Ondanks dat hij de beweging verliet, bleef hij toch in dezelfde stijl werken. Zijn werk is wel abstracter dan dat van Corneille. Je ziet vaak een patroon van lijnen en kleuren en hoe langer je kijkt, hoe meer figuren je ziet. Het is zodoende nooit direct duidelijk wat je ziet. Muddel wijst haar toehoorders ook op het verschil met Appel en Corneille die het gehele doek altijd beschilderden. Rooskens plaatste zijn figuren altijd midden op het doek en liet de ruimte eromheen wit.

Karel Appel

Karel Appel wilde altijd al kunstenaar worden, maar werkte eerst in de kapperszaak van zijn vader. Uiteindelijk kwam hij toch terecht op de Rijksacademie waar hij Constant en Corneille leerde kennen. Appel verliet al snel Nederland. Hij wilde een opener omgeving om in te werken. Hij werd vrij snel beroemd en maakte grote wandschilderingen in de vroege jaren vijftig. Zo wees de gemeente Amsterdam hem aan om de wand in de kantine van het stadhuis te beschilderen. Men vond het resultaat echter zo verschrikkelijk dat het tien jaar lang werd bedekt met behang. Iets dat nu onvoorstelbaar is. Appel’s schilderijen zijn abstracter dan die van Corneille, bovendien werkte hij in lagen. Hij begon met een achtergrondkleur en voegde daar laag voor laag kleuren aan toe. ‘Hij drukte zich feitelijk uit door de gereedschappen en de verf die hij gebruikte voor zich te laten spreken’, zegt Mudde.

‘Ik rotzooi maar een beetje aan’

Laura Mudde sluit haar interessante toelichting af met een in haar optiek veelzeggend citaat van Karel Appel. In een interview in 1955 met journalist Jan Vrijman van Vrij Nederland bekende hij: ‘Ik rotzooi maar een beetje aan. Ik leg het er tegenwoordig flink dik op. Ik smijt de verf er met kwasten en plamuurmessen en blote handen tegenaan. Ik gooi d’r soms hele potten tegelijk op.’

Tijdens de Art Cocktail die volgde op de korte introductie door Mudde, was kunst vanzelfsprekend het gemeenschappelijk gespreksonderwerp van de genodigden. Men genoot van de kunstwerken, van elkaars gezelschap en van de heerlijke tapas en sushi van de catering van restaurant Salduna Beach. Die waren niet alleen heerlijk, maar ook nog een lust voor het oog, dankzij de kunstzinnige wijze waarop deze – soms compleet met kwastjes en verfklodders – werden gepresenteerd. Wilt u meer weten, neem dan contact op met ABN AMRO Private Banking Spanje.

Dit vind je misschien ook leuk