Spanje is een van de landen waar het minst gebruik wordt gemaakt van technologie binnen het onderwijs. Dit blijkt uit het dinsdag gepubliceerde PISA-rapport van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO).
Onvoldoende beschikbare laptops of tablets op scholen in Spanje
Spanje staat redelijk achteraan op het gebied van digitale ondersteuning in het onderwijs. Slechts 53,3 procent van de geïnterviewde scholieren vindt dat er voldoende computers of tablets op school beschikbaar zijn. Het gemiddelde van alle 79 landen ligt op 67,2 procent.
Ook vindt 52,9 procent van de leerlingen de beschikbaarheid en de snelheid van het internet op school voldoende om zijn of haar werk goed te kunnen doen. Hierbij ligt het gemiddelde van alle landen op 67,5 procent.
Extreem weinig docenten in Spanje gebruiken digitale middelen in de klas
Het percentage waarmee Spanje onderaan staat is de 11,5 procent van de docenten in Spanje die gebruik maakt van digitale middelen in de les. Dit staat ver af van het gemiddelde van 56,7 procent. Zowel Nederland als België scoren op dit punt bovengemiddeld aangezien bijna 60 procent van de Belgische docenten technologie in de klas gebruikt en in Nederland ligt dat percentage zelfs boven de 90 procent.
Spanje scoort nagenoeg gemiddeld als het gaat om online leerplatformen. 51,5 procent van de Spaanse scholen maakt hier gebruik van.
Wat is het PISA-onderzoek?
PISA (Programme for International Student Assessment) is een grootschalig internationaal vergelijkend onderzoek dat wordt uitgevoerd onder toezicht van de OESO. Elke drie jaar wordt een steekproef gedaan onder 4.500 tot 10.000 vijftienjarige scholieren in het onderwijs van verschillende landen ter wereld.