Volgens schattingen van politie en luchthavenpersoneel woont er een vijftigtal daklozen. Op eerste gezicht merk je niet eens dat ze er zijn. Toch zijn ze er. Ze verblijven in een restaurant ergens in een terminal, aan het einde van de gang voorbij de touroperators of in de aankomsthal van een andere terminal. De luchthaven is officieel een openbaar gebied en hier hebben thuislozen dus een dak boven hun hoofd. Echter alleen zolang ze zich gedeisd houden.
Op het vliegveld is het veel veiliger dan op straat, zolang ze geen herrie schoppen en niemand lastig vallen. Toch wordt er door de luchthavenbeveiliging druk op hen gelegd om weg te gaan. Sommigen zijn niet bestand tegen deze druk. De daklozen die op de luchthaven wonen hebben het relatief beter dan anderen elders in de Spaanse hoofdstad: er is verwarming en in de hete zomers airconditioning, ze beschikken over gratis WIFI, er zijn ruime toiletten waar ze zich schoon kunnen houden en ook is er 24-uurs beveiliging. Toch blijft het een hard leven, geven enkele van hen toe in de krant ABC. De wet van de jungle heerst. De zwakken redden het niet.
De meeste zwervers wonen een tijdje op het vliegveld en gaan daarna weer weg. Het is daarom onmogelijk te schatten hoeveel personen er hebben gewoond. Wel is duidelijk dat tijdens de economische crisis tussen 2007 en 2014 er twee keer zoveel daklozen woonden als nu. Sommigen woonden er temidden van hun volledige huisraad, zo herinnert luchthavenpersoneel zich. Ze waren te herkennen aan de geur die hen omringde.
Honderden achtergelaten auto’s
Op de parkeerplaatsen van Barajas staan bovendien honderden auto’s die daar achtergelaten zijn. Deze auto’s trekken criminelen aan die onderdelen en soms zelfs hele auto’s proberen te stelen. De AENA, het staatsbedrijf dat belast is met het beheer en de ontwikkeling van het vliegveld, heeft nu besloten een eind te maken aan deze situatie en heeft de achtergelaten auto’s verwijderd.