Aan het einde van dit jaar opent Facebook –naast bestaande vestigingen in Dublin (Ierland) en Essen (Duitsland) – een nieuw content review center in Barcelona. Facebook heeft het Oostenrijkse Competence Call Center in de arm genomen om deze vestiging op te zetten. Vijfhonderd van hun medewerkers die gespecialiseerd zijn in contentmanagement zullen in Barcelona gaan werken volgens de richtlijnen van Facebook.
Medewerkers moeten aan de bak
Richard Allen is de beleidsdirecteur van Facebook en gaat over het beleid van de multinationale organisatie die inmiddels ruim twee miljard gebruikers heeft. Op 21 mei vertelde hij aan de Spaanse krant El Mundo: ‘Deze nieuwe medewerkers zullen in korte tijd moeten leren hoe om te gaan met haatzaaien. Het is een uitdagende baan, maar deze mensen worden dan ook goed betaald.’
De nieuwe medewerkers moeten in een paar minuten haat, terrorisme en pornografie in veertig verschillende talen – waaronder het Catalaans – kunnen detecteren. Eind 2018 zal Facebook 7.500 mensen in dienst hebben die zich bezighouden met contentmanagement. Facebook heeft ongeveer 20.000 mensen in dienst die zich inzetten voor veiligheid in de breedste zin van de social media-dienst.
Vestiging detecteert alleen haatzaaierij
Allen benadrukt dat de nieuwe vestiging in Barcelona zich niet bezig zal houden met het andere probleem waar Facebook de laatste tijd mee moet dealen; nepnieuws. ‘We werken nauw samen met Europese wetgevers die bepalen welke informatie wel en niet getoond mag worden.’ Hiermee verwijst Allen naar xenofobe opmerkingen en teksten die haat en geweld kunnen bevorderen.
Crisis
De afgelopen maanden maakte Facebook een enorme crisis mee toen bekend werd dat de gegevens van tachtig miljoen gebruikers (waaronder 137.000 Spanjaarden) door derden werden opgevraagd en werden gebruikt voor politieke marketing en het verspreiden van nepnieuws onder andere tijdens de laatste presidentsverkiezingen in de Verenigde Staten van Amerika. Voor het lekken van deze gegevens heeft de eigenaar van Facebook, Mark Zuckerburg, moeten getuigen tegenover het Amerikaanse Congres, de Europese Commissie en het Britse Parlement.
Geen concreet antwoord op impact nepnieuws
Het antwoord van deze partijen is dat Facebook moet aantonen – de vraag is alleen in welke mate – dat ze investeren en voldoende controle hebben over de beveiliging van hun platform. Op de vraag hoe Facebook de aanstelling van Trump, de Brexit of de onafhankelijkheidsstrijd van Catalonië kon beïnvloeden is het antwoord van Richard Allen: ‘Het is heel lastig om een concreet antwoord te geven op deze vraag, maar Facebook begrijpt de zorgen uiteraard wel. Facebook onderkent het probleem van nepnieuws via sociale media, maar benadrukt dat het verspreiden van nepnieuws niet illegaal is en dat er ook geen wetenschappelijk onderlegde conclusies zijn over de impact van het nepnieuws.’