De nieuwe Catalaanse premier Quim Torra liep ook mee. ‘Elke minuut die onze gedetineerden in de gevangenis ver van huis, familie en vrienden doorbrengen, getuigt van een schaamteloze politiek, die we niet aanvaarden’, zei hij.
Een week geleden werden negen van de vastzittende separatistische politici van gevangenissen in en rond Madrid overgeplaatst naar Catalonië. De centrale regering onder leiding van de socialistische Pedro Sánchez deed dit als gebaar om de Catalaanse overheid tegemoet te komen in de bevroren verhouding rond het onafhankelijkheidsconflict.
De gevangenen worden beschuldigd van rebellie en riskeren een celstraf tot 30 jaar. Ze namen deel aan de organisatie van het referendum over de Catalaanse onafhankelijkheid dat op 1 oktober vorig jaar werd gehouden.
Voor de betogers is overplaatsing niet genoeg. Ze droegen spandoeken met slogans als ‘Vrijheid voor onze politieke gevangenen’ en ‘Wij willen jullie thuis hebben’.
Ondertussen oordeelde een Duitse rechtbank dat Puigdemont uitgeleverd kan worden aan Spanje op voorwaarde dat de voormalige premier alleen voor misbruik van overheidsgeld wordt berecht en niet voor rebellie, de zwaarste aanklacht. Dat zou een eventueel lagere gevangenisstraf tot gevolg hebben. Als Spanje met deze voorwaarde akkoord gaat, wordt het voor de Spaanse rechters moeilijk de andere politici voor rebellie te berechten.
De spanningen rond de Catalaanse kwestie houden de Spaanse en Catalaanse politiek nu al bijna een jaar in beslag. De onverzettelijke houding van zowel de voormalige Spaanse premier Rajoy en de Catalaanse leiders lag daaraan ten grondslag. Veel Catalanen hopen dat Pedro Sánchez als premier zich minder hard zal opstellen.