Zo noemt het Instituut voor Economische Studies (IEE) in het rapport Economische Conjunctuur de vervaldatum van de concessies van de Spaanse tolwegen een ‘additioneel probleem’ voor de Spaanse economie.
Verschillende vergunninghouders zien hun contracten eindigen tussen november 2018 (de AP-1 tussen Burgos en Armiñón is al gratis) en augustus 2021. Het beëindigen van de tol die door deze bedrijven wordt geheven op wegen met een totale lengte van 1.608 kilometer heeft een negatieve impact op de Spaanse schatkist van 473,50 miljoen euro.
Belastingtechnisch gezien (minder IVA, IRPF, IS en sociale lasten en andere belastingen) heeft gaat het om 352,7 miljoen euro op jaarbasis. Daarbij loopt de overheid nog 84,8 miljoen euro mis voor het onderhoud van deze wegen, dat normaal door de concessiehouders wordt betaald.
Volgens bronnen bij de vergunninghouder van AP-7 die op 31 december 2019 komt te vervallen zal het opheffen van de tol in de regio Valencia een negatieve impact hebben van 138 miljoen euro. Hier komt 44,5 miljoen euro op jaarbasis bij die de vergunninghouder reserveert voor onderhoud. Een totaal van 182,5 miljoen euro per jaar.
Op basis van deze gegevens ontstaan er twijfels over het toekomstig onderhoud van de wegen. In Valencia gaat het om 375 kilometer tolweg waaraan nu al onderhoud ontbreekt. Volgens experts is er 135 miljoen euro nodig op korte termijn om de wegen op een behoorlijk standaardniveau te brengen. Maar waar moeten die miljoenen vandaan komen? Het is heel waarschijnlijk dat de weg uiteindelijk niet gratis zal zijn voor de Valencianen. Diverse voorgestelde alternatieven hebben het al over betalen per gebruik of een soort rekeningrijden.