Het Spaanse hooggerechtshof veroordeelt Domingo Parra voor het ‘misbruik maken van zijn functies’ en voor het verlenen van ‘absoluut risicovolle kredieten’. Deze kredieten leverden de bank verliezen op van ruim 160 miljoen euro. Samen met drie andere leidinggevenden pleegde Parra zijn delicten voor en tijdens de crisis. De ‘absoluut risicovolle kredieten’ betroffen bedragen van respectievelijk 90,4, 77,8 en 29.8 miljoen euro die werden verstrekt aan twee vastgoedbedrijven van twee Valenciaanse zakenlieden. Deze Salvador Vila en Juan Bautista Soler werden als medeplichtig veroordeeld. De vierde veroordeelde met een half jaar cel is Alfonso Monferrer, een ander ex-directielid van de Banco de Valencia.
De rechtbank acht het ‘volledig achtenswaardig’ dat Parra, die al in februari tot een jaar en zes maanden cel werd veroordeeld wegens andere niet verantwoorde kredieten, ‘zonder de gevestigde protocollen van de bank’, noch ‘de aanbevelingen van de Spaanse Bank om risicovolle operaties uit te voeren te volgen toch de betreffende leningen verstrekte. De feiten werden gepleegd tussen 2003 en 2011, deels tegen het decor van de economische en financiële crisis die Spanje jarenlang heeft geteisterd.
De vier veroordeelden moeten 168,30 miljoen euro aan schadevergoeding betalen aan de bank. In dit geval is dat CaixaBank die de Banco de Valencia voor 1 euro overnam.