Sánchez kreeg met zijn partij PSOE geen absolute meerderheid en heeft dus anderen nodig om te kunnen regeren. De PSOE haalde 123 van de 350 zetels. De PP kreeg 66 zetels, terwijl dat er 137 waren.
Sánchez moet nu op zoek naar steun. De kans is groot dat hij opnieuw een minderheidskabinet vormt, net als de vorige keer. Hij richt allereerst zijn pijlen op het linkse Unidas Podemos met 42 zetels. Deze partij wil echter mee-regeren. De vorige keer gaf de partij van Pablo Iglesias enkel gedoogsteun. Als dit lukt, heeft Sánchez nog meer nodig. Die resterende steun komt dan waarschijnlijk van een aantal kleinere regionale partijen. Gunstig voor hem is wel dat de drie Catalaanse separatistische parlementsleden hun zetel niet mogen innemen omdat ze terechtstaan in Madrid voor hun betrokkenheid bij het onafhankelijkheidsreferendum in Catalonië in oktober 2017. De drie geven hun zetel ook niet door. Dat betekent voor Sánchez dat de drempel om een meerderheid te behalen zakt van 176 naar 173 zetels.
De waarnemend premier kondigde donderdag aan dat de Spaanse koning wil dat Spanje ‘zo spoedig mogelijk’ een volledig functionerende regering heeft. Een doel waarvoor hij zich niet alleen richt tot Unidos Podemos maar ook tot de PP en Ciudadanos. ‘De Spanjaarden willen dat de PSOE regeert. Er is geen alternatief. Of PSOE regeert, of PSOE regeert. We moeten allemaal handelen vanuit visie, met een enorme dosis verantwoordelijkheid’ zei de premier in het regeringspaleis Moncloa.
Sánchez krijgt een paar weken om de onderhandelingen te voeren. Vermoedelijk presenteert hij zich in de eerste of tweede week van juli in het parlement voor de eerste stemronde.