Het tweepartijenstelsel begon in 1982 en sindsdien was het altijd óf de Partido Popular (rechts conservatief) óf de PSOE (sociaaldemocratisch) die Spanje bestuurde met de andere partij in de oppositie. Met de oprichting van de linkse antikapitalistische partij Podemos in 2014 begon daar een einde aan te komen en in 2015 zorgde het centrumrechtse, liberale Ciudadanos voor nog meer verdeling van de stemmen.
Nu, twee maanden na de landelijke verkiezingen van 28 april jl. beginnen afgedwaalde kiezers hun heil weer te zoeken bij de PP en PSOE. Dat komt deels door het steekspel dat partijen overal in Spanje spelen bij coalitievormingen en doordat het in Madrid als gevolg van de fragmentatie niet lijkt te lukken een regering te vormen.
De krant El Mundo liet een opiniepeiling uitvoeren door onderzoeksbureau Sigma Dos waaruit blijkt dat de kiezer genoeg heeft van de politieke onzekerheid. De partij die hier het meeste baat bij heeft is de PSOE. Die behaalt bijna 4 procent meer stemmen dan in april en zou van 28,7 procent van de stemmen naar 32,6 procent gaan. Dit betekent dat de partij weer net zo goed gaat als in de tijd onder leiding van José Luis Rodríguez Zapatero (2004-2011).
De PP zou 2,7 punten groeien tot 16,7 procent. De enquete werd op 21 juni afgenomen toen de partij van Pablo Casado de belangrijkste gemeenten Madrid en Zaragoza weer terug had gewonnen en er coalitieovereenkomsten tot stand waren gekomen in de regio’s Murcia, Castilla y León en Madrid.
Ciudadanos zakt flink in sinds de partij een ruk naar rechts maakte door samenwerking te zoeken met het extreemrechtse Vox. De partij gaat van 15,9 naar 13,1 procent. Hiermee verliest de oranje partij de derde plaats in het politieke spectrum die wordt ingenomen door Unidos Podemos. UP daalt volgens de peiling met 1,1 punt en trekt nu 13,2 procent van de kiezers. Vox zou 2,3 punten verliezen en op een totaal van 8 procent uitkomen. Dit zou de partij veel zetels kosten omdat ze dan onder de belangrijke grens van 10 procent uitkomt.
Podemos vormt een belangrijke factor bij de regeringsvorming omdat partijleider Pablo Iglesias ministeries wil. Sánchez wil dat niet en UP dreigt daarom een regering onder leiding van de PSOE-dirigent niet te steunen.
Het blok op links wint 2,8 punten ten opzichte van twee maanden geleden en komt uit op 45,8 procent van de kiezers en zit zodoende dichtbij een absolute meerderheid. Het centrumrechtse blok daalt met 2,4 punten tot een totaal van 40,5 procent.
Van de geïnterviewde Spanjaarden denkt 49,1 procent dat Pedro Sánchez in staat is een stabiele regering te vormen en 41,3 procent gelooft dat er nieuwe verkiezingen op handen zijn. Deze 41,3 procent is verdeeld in twee groepen; de eerste groep gelooft dat Sánchez een regering zal vormen die vervolgens snel weer valt vanwege de fragiliteit ervan en 23,6 procent heeft alle hoop verloren en denkt dat er sowieso verkiezingen zullen volgen omdat Sánchez nu geen coalitie bijeen krijgt.