Een technicus die in 2013 werkzaam was bij Talgo heeft aan de Vereniging van Slachtoffers van het treinongeluk bij Santiago de Compostella laten weten dat leidinggevenden van het bedrijf een half uur na het ongeluk bij hem op de werkvloer verschenen en de opdracht gaven om gegevens over defecten aan de verongelukte trein uit het systeem te halen.
De toenmalige technicus, Pablo Andrés Jara Torres, werd op 28 mei van het vorig jaar door Talgo ontslagen. Hij was de persoon die zes jaar geleden op 24 juli, de dag van het ongeval, en de dagen daaraan voorafgaand, belast was met de inspectie van de trein die ontspoorde en aan 80 mensen het leven kostte. Onder ede heeft Jara Torres aan de slachtoffers verklaard dat op de dag van het treinongeluk “een half uur na voltrekking van de ramp, om ongeveer 21:15 uur, een aantal leidinggevenden van Talgo persoonlijk verschenen en de concrete opdracht gaven om alle gegevens over de defecten van de betrokken trein uit de database te wissen”.
Gegevens wissen onmogelijk volgens Talgo
Talgo laat echter weten dat het technisch gezien onmogelijk is om gegevens te wissen over defecten aan treinen en noemt de verklaring van Jara Torres “onecht”. Talgo ontkent stellig dat het verhaal van Jara Torres op waarheid berust en dat het bedrijf en de directieleden “stappen zullen zetten om de betreffende werknemer gerechtelijk aan te klagen wegens smaad”. Verder verklaart Talgo dat “de leidinggevenden die door de betreffende technicus worden beschuldigd nooit op diens werkplaats zijn verschenen omdat ze zich direct na het vernemen van de gebeurtenis naar de plaats hebben begeven van het afschuwelijke ongeval”.
Manuel Alonso Ferrezuelo, advocaat van het slachtofferplatform, heeft de rechtbank schriftelijk verzocht om de verklaring van Jara Torres verder te onderzoeken en getuigen te horen zoals de technicus die momenteel de functie van Jara Torres vervult, het hoofd van de werkplaats, het hoofd van de afdeling Onderhoud en de systeembeheerder.