De EU-lidstaten hadden tot 6 mei 2018 de tijd om hun richtlijnen voor de bescherming van persoonsgegevens juridisch in werking te laten treden. Het gaat om de bescherming van persoonsgegevens door bevoegde autoriteiten zoals is vastgelegd in richtlijn 2016/680 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016.
Straf voor nalatigheid en waarschuwing voor toekomst
Het vonnis werd door het Europese Hof van Justitie uitgesproken op 25 februari en verwijst naar artikel 260 van het Verdrag Betreffende de Werking van de Europese Unie. De opgelegde boete van 89 duizend euro per dag moet een einde maken aan het niet nakomen van een EU-verplichting en de eenmalige betaling van 15 miljoen euro dient als waarschuwing voor het niet naleven van overige EU-afspraken in de toekomst.
Minister voert pandemie en verkiezingen aan als excuus
Op 15 april heeft het Europees Parlement aan minister Grande-Marlaska van Binnenlandse Zaken om opheldering gevraagd over deze kwestie. De minister gaf toen te kennen dat de uitgeroepen vervroegde verkiezingen in 2018 en de strijd tegen de coronapandemie de nodige vertraging hadden veroorzaakt. Daarbij benadrukte Grande-Marlaska dat hij pas ná de einddatum van 6 mei 2018 in zijn huidige functie is getreden en dat er op dat moment nog geen enkele juridische voorbereiding was getroffen. Datzelfde was eerder ook al het geval met de EU-richtlijn voor het gebruik van persoonsgegevens van passagiers (PNR-gegevens).
Nalatigheid is volgens EU zeer ernstig
De EU is niet akkoord gegaan met de verklaring van de Spaanse minister en oordeelde dat “onvolledige of zelfs het geheel ontbreken van regels op nationaal niveau die gericht zijn op het goed functioneren van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid binnen de Europese Unie als zeer ernstig moet worden beschouwd, gezien de publieke en particuliere belangen binnen de Unie”.
Het ministerie van Binnenlandse Zaken is het aangewezen overheidsorgaan om een EU-richtlijn te integreren in de Spaanse wetgeving door voor de betreffende Europese afspraak een wetsvoorstel in te dienen.
Op 9 februari dit jaar keurde de Ministerraad een wetsvoorstel goed voor een Organieke Wet op de Gegevensbescherming, die vervolgens naar de Tweede Kamer werd gestuurd die deze middels een spoedprocedure in behandeling moest nemen. Inmiddels ligt het goedgekeurde voorstel bij de Eerste Kamer die dit binnen twintig dagen moet goedkeuren. Tot het zover is, zal de Spaanse regering iedere dag 89 duizend euro boete aan de Europese Unie af moeten dragen.