OESO plaatst Spanje in kopgroep economische groei

door admin
OESO plaatst Spanje in kopgroep economische groei

Volgens de voorlopige versie van het tweede rapport van de OESO over de economische vooruitzichten voor 2021, dat dinsdag openbaar is gemaakt, laat Spanje het Verenigd Koninkrijk – waarvan het bbp met 6,7% zou aantrekken -, Frankrijk (6,3%), Italië (5,9%) en Duitsland (2,9%) achter zich. Ook zou de omvang van de opleving groter zijn dan die van de economieën van de G-20 (6,1%) en de Eurozone in haar geheel (5,3%). Alleen India (9,7%), China (8,5%), Turkije (8,4%) en Argentinië (7,6%) zouden sterker groeien dan Spanje.

Groei van 6,6%

Bovendien voorspelt de organisatie een economische groei van 6,6% voor Spanje in 2022, een cijfer dat alleen India, waar het bbp naar verwachting met 7,9% zal stijgen, zou kunnen overtreffen. De OESO heeft haar prognoses van mei voor het merendeel van de Europese economieën naar boven bijgesteld. Voor Spanje is de verwachting voor 2021 bijgesteld  met 0,9 procent, van 5,9% naar 6,8% en voor 2022 met 0,3 % van 6,3% tot 6,6%.

Van hekkensluiter naar koploper

Als deze berekeningen uitkomen, zou Spanje een van de OESO-landen zijn die de komende twee jaar de sterkste groei zullen kennen, nadat het land in 2020 de grootste economische inzinking heeft gekend, met een daling van het bbp met 10,8% ten opzichte van 2019.

Bij gebrek aan prognoses van de Bank van Spanje, die later op dinsdag openbaar zullen worden gemaakt, is de OESO-raming de meest optimistische van de dit jaar door nationale en internationale organisaties uitgesproken verwachtingen voor Spanje. De schatting wijst op een tendens van opwaartse groei gezien de goede voortgang van het herstel. 

OESO positiever dan Spaanse regering en Europese Commissie

De OESO is met 0,3% zelfs optimistischer dan de Spaanse regering die in haar macro-economische scenario van 27 juli een stijging van het bbp van 6,5% in 2021 en 7% in 2022 voorspelde. Deze ramingen werden bevestigd door de eerste vicevoorzitter van de regering en minister van Economische Zaken en Digitale Transformatie, Nadia Calviño.

De groeiprognose van de OESO voor dit jaar is ook hoger dan die van BBVA Research van augustus jl. Deze komt overeen met die van de regering, en die van de Spaanse denktank Funcas, die in juli voor de komende twee jaar een stijging van 6,1% voorspelde. De raming van de OESO is optimistischer dan die van de Europese Commissie, die begin juli een stijging van 6,2% voorspelde voor 2021 en 6,3% voor 2022.

En wat merkt de consument ervan? 

Wat de consumentenprijzen betreft, voorspelt de OESO dat Spanje in 2021 een inflatie van 2,4% zal kennen, wat 0,8% hoger is dan in mei werd verwacht. Dit cijfer zou enigszins worden afgezwakt in 2022, wanneer de consumentenprijzen volgens de prognose met 1,9% op jaarbasis zouden stijgen. Huurprijzen, pensioenen, tolgelden en zelfs openbare parkeergarages zullen duurder worden als gevolg van de hoge elektriciteitsprijzen.

Hoewel de inflatieprognose voor Spanje iets hoger is dan in andere Europese landen – alleen Duitsland zou met een prognose van 2,9% de prijsstijging in Spanje overtreffen – verandert het beeld aanzienlijk als de meest volatiele goederen (energie en onbewerkte voedingsmiddelen) uit de berekening worden weggelaten. 

Zonder deze producten zou de kerninflatie eind 2021 uitkomen op 0,4%, 1% lager dan in de Eurozone. De kerninflatie zou in Duitsland 2% bedragen, 1,2% in Frankrijk en 0,7% in Italië. Volgens de OESO-schatting is dit in 2022 in Spanje 1,3%, wat 1,1% is meer dan vorig jaar.

Terug naar het niveau van voor de crisis

Het economisch herstel zet door in de ontwikkelde landen, een dynamiek die het mondiale bbp weer op het peil van vóór de COVID-crisis heeft gebracht. Toch is van terugkeer naar een normale economische situatie niet overal sprake: de landen met lage inkomens blijven het verst achter. De OESO merkt op dat hoewel ‘de sterke opleving in Europa, de waarschijnlijkheid van extra begrotingssteun in de VS in 2022 en de lagere besparingen van de huishoudens de groeivooruitzichten in de geavanceerde economieën zullen stimuleren’, veel opkomende markten hun productie- en werkgelegenheidsniveaus van voor de crisis nog niet hebben bereikt, vooral de markten ‘waar de vaccinatiegraad laag is’. De verschillen in vaccinatievoortgang komen duidelijk tot uiting in de invloed die de delta-variant op verschillende economieën heeft gehad. 

Vooral doorgaan met vaccineren en ondersteunen

Zo stelt de OESO dat de door de deltavariant veroorzaakte schade tot dusver ‘betrekkelijk gering is in landen met een hoge vaccinatiegraad;, maar elders ‘op korte termijn voor vertraging heeft gezorgd’ en ‘de druk op de mondiale toeleveringsketens heeft vergroot’. 

Daarom roept de organisatie op tot ‘grotere internationale inspanningen’ om landen die achterblijven in hun vaccinatiecampagnes ertoe aan te zetten de vaccinatiegraad te verhogen, een actie die ‘in hun eigen belang en in het belang van de hele wereld’ zou zijn. 

Niettemin waarschuwt de OESO dat de onzekerheid nog steeds ‘aanzienlijk’ is en beveelt de regeringen aan een ondersteunend economisch beleid en budgettaire flexibiliteit te handhaven. En wijst er erop dat ‘het voorbarig en abrupt stoppen van ondersteunende beleidsmaatregelen moet worden vermeden zolang de vooruitzichten op korte termijn onzeker blijven’.

Dit vind je misschien ook leuk