Daarom voert DGT hervormingen door om het inhalen van fietsers veiliger te maken. Bijvoorbeeld door het vergroten van de minimale dwarsafstand tussen het passerende voertuig en de fietser of door het dwingen van de bestuurder om de snelheid te verminderen. De goedkeuring van de nieuwe regelgeving wordt in de komende weken, in elk geval voor het einde van het jaar, verwacht.
De hervorming bevat geen onderdeel dat de regelgeving met betrekking tot fietsers wijzigt. Als de volledige tekst wordt goedgekeurd, zal geen van de hervormingen die de afgelopen maanden zijn besproken en die zijn uitgesproken door de directeur-generaal van Verkeer, Pere Navarro, worden ingevoerd.
Het gaat om hervormingen met betrekking tot de regels die gelden om fietsers in te halen. De meest becommentarieerde voorgestelde maatregelen, zoals het dwingen van automobilisten om hun snelheid met 20 km/u te verminderen ten opzichte van de maximumsnelheid van de weg, of de afstand tussen fietser en voertuig bij het inhalen te vergroten tot 2 meter (momenteel is dat 1,5 meter), gaan niet door.
Het interessante komt met een hervorming van lid 4 van artikel 35 dat als volgt wordt geformuleerd: “De bestuurder van een auto die van plan is een fiets of bromfiets in te halen, of een groep van deze typen weggebruikers, moet zich verplaatsen naar een deel van de aangrenzende rijstrook of door het geheel van de tegenoverliggende rijstrook van de weg te bezetten. Daarbij moet de bestuurder altijd een veiligheidsbreedte van ten minste 1,5 meter ten opzichte van de fietser aanhouden. Als de weg meer dan één rijstrook in elke richting heeft, is een volledige verandering van rijstrook verplicht. Inhalen is verboden als fietsers die in tegengestelde richting rijden in gevaar komen of daarmee worden gehinderd, ook als die fietsers op de vluchtstrook rijden.”
Huidige regelgeving
De chauffeur dient een zijdelingse veiligheidsafstand van minimaal 1,5 meter tot de fietser aan te houden. Bovendien moet het de aangrenzende of tegenoverliggende rijstrook geheel of gedeeltelijk bezetten. De ononderbroken lijn kan worden gepasseerd, zolang er voldoende zicht is, een voertuig uit de tegenovergestelde richting niet nadert en er geen gevaar is voor fietsers die in de tegenovergestelde richting vanaf de berm naderen.
Nieuw
Als deze hervorming doorgaat, is de nieuwigheid: Als je op een weg rijdt met meer dan één rijstrook in elke richting, ben je als bestuurder van een gemotoriseerd voertuig verplicht om volledig van rijstrook te wisselen, het is niet voldoende om de tegenoverliggende rijstrook gedeeltelijk te bezetten.