Dit hebben bronnen van het ministerie van Gelijkheid bevestigd aan de nieuwssite Europa Press. Dezelfde bronnen wijzen erop dat de tekst die nu de behandelingsfase ingaat de hoogst haalbare verbetering inhoudt ten opzichte van de oorspronkelijke wettekst. De wet handhaaft de erkende grondrechten voor de groep LGTBI-personen. Een jaar geleden werd het eerste wetsvoorstel goedgekeurd. De tekst zal door de regering in de tweede ronde worden goedgekeurd, aan de vooravond van de Internationale dag van de LGTBI Pride (Fiestas del Orgullo LGTBIQA+)in Madrid op 28 juni.
Gemor vanuit verschillende hoeken
Het wetsontwerp heeft in Spanje aanleiding gegeven tot verschillende debatten over de zelfbeschikking van transseksuelen op grond van hun geslacht, wat heeft geleid tot onenigheid tussen de regeringspartijen PSOE en Unidas Podemos. Bovendien is de tekst verworpen door een aantal feministen dat de tekst als een aanval op de rechten van de vrouw beschouwt.
Wijziging in register burgerlijke stand
De tekst maakt het met name mogelijk het geslacht in de registers van de burgerlijke stand te wijzigen zonder dat de betrokkene, zoals dat nu nog vereist is, een medisch of klinisch-psychologisch rapport hoeft over te leggen waarin ‘genderdysforie’ – de onvrede en gevoel van onbehagen over iemands biologische geslacht – wordt erkend. Het volstaat voortaan om de wijziging schriftelijk aan te vragen, zonder dat het nodig is bewijzen of getuigen aan te voeren. Binnen een termijn van drie maanden wordt het verzoek bekrachtigd.
Gevaar voor de Spanjaarden?
Een van de meest kritische politici ten aanzien van dit initiatief was de voormalige vicevoorzitter van de regering, de socialiste Carmen Calvo, die, toen zij nog in functie was, waarschuwde dat deze maatregel een ‘gevaar voor 47 miljoen Spanjaarden’ zou kunnen betekenen.
Het ministerie van Gelijkheid heeft zich ook kritisch uitgelaten over de houding van de Algemene Raad voor de Magistratuur (CGPJ) ten aanzien van deze tekst, vooral over het feit dat de termijnen voor het uitbrengen van het verplichte verslag niet in acht zijn genomen. Tenslotte heeft deze rechterlijke instantie de zelfbeschikking positief beoordeeld, al is dat niet vanaf de leeftijd van 16 jaar, zoals in de wet wordt voorgesteld, maar vanaf de leeftijd van 18 jaar.