Dit is het dubbele van het OESO-gemiddelde, dat 14% bedraagt, en is vergelijkbaar met Colombia (25%), Italië (23%) of Turkije (36%). Het gemiddelde in de landen van de Europese Unie bedraagt 11,8%.
Toch is het opleidingsniveau sinds 2000 gestegen in Spanje: 49% bereikt een universitair of hoger niveau. Ongeveer 20% van de Spaanse jongeren studeert noch werkt, en dat is een van de hoogste percentages binnen de EU-landen. Het aantal masterstudenten is de afgelopen tien jaar verdubbeld en zes van de tien ingeschrevenen zijn vrouwen.
Dit zijn enkele van de belangrijkste bevindingen van het jaarlijkse rapport Education at a Glance, dat maandag door de OESO is gepresenteerd en een momentopname van de onderwijsstelsels biedt. Het verslag van dit jaar is hoofdzakelijk gebaseerd op hoger onderwijs en de gevolgen van de pandemie, en weerspiegelt een – weliswaar zeer bescheiden – verbetering ten opzichte van de laatste Spaanse statistieken.
Stijgende trend
Het hoogste onderwijsniveau is de afgelopen twee decennia aanzienlijk gestegen. Een van de opvallendste aspecten is de stijging van het onderwijsniveau die zowel Spanje als de rest van de OESO-landen de afgelopen decennia hebben doorgemaakt. Tussen 2000 en 2021 is het percentage Spanjaarden tussen 25 en 34 jaar met een universitaire of hogere opleiding met gemiddeld 15 procent gestegen (van 34% naar 49%).Hiermee plaatst Spanje zich ook boven het gemiddelde van de OESO-landen (46,9%) en de 22 landen van de Europese Unie (EU) die in de studie zijn opgenomen (45,9%).
De vooruitgang is zichtbaar – hoewel veel langzamer dan het gemiddelde voor de rest van de landen (van 27% in 2000 tot 48% in 2021) – en zorgt ervoor dat Spanje een van de 24 OESO-landen is waar tertiair onderwijs het meest voorkomende onderwijsniveau is dat door jongeren wordt bereikt.