De cijfers blijken uit een onderzoek van het Centrum voor adolescentie en jeugd van de Stichting Fad Juventud. Tussen 28 juni en 14 juli 2022 zijn 1200 jongeren tussen 15 en 29 jaar ondervraagd.
De drie meest voorkomende redenen voor discriminatie in Spanje zijn etnische afkomst (42,3%), geslacht of gender (40,5%) en seksuele geaardheid (39%). Discriminatie op grond van land of plaats van herkomst komt op de vijfde plaats (31,5%) en rassendiscriminatie komt op de zesde plaats (21,6%). Slechts 26% van de ondervraagden zei zich nooit gediscrimineerd te hebben gevoeld.
Wat zijn bepalende variabelen?
Wat betreft de groep jongeren met duidelijk racistische houdingen en opvattingen, bleek uit de studie dat de meerderheid van de groep bestaat uit mensen die ideologisch extreemrechts georiënteerd zijn. Een van de conclusies is dat ideologie een bepalende variabele is. Daarnaast zijn er statistisch significante verschillen naar geslacht, met een duidelijk meer antiracistisch karakter bij vrouwen.
Oorzaken
De respondenten wijten de verspreiding van racistische boodschappen vooral aan sommige media en het beeld dat zij van immigratie geven (60,4%), en aan de xenofobe voorstellen van extreemrechtse partijen (49,7%). Verder zei 40,3% van de ondervraagden dat het gebrek aan aanpassing van immigranten de reden is die het meest van invloed is op de verspreiding van racistische uitlatingen.
Meest getroffen groep
De Roma is de meest afgewezen groep. Uit de verschillende vragen blijkt dat Roma zwaar worden gediscrimineerd en vaak worden geconfronteerd met racisme. 24% van de ondervraagde jongeren wil geen Roma-buren, ziet hen niet op een verantwoordelijke functie of in het onderwijs (24%), bij de politiepost (meer dan 25%) of een burgemeesterspost (30% van de jongeren). 16,3% van de ondervraagden aan dat zij liever geen persoonlijke relatie zouden hebben met Roma. Het is de slechtste score die werd gegeven voor het aangaan van een nieuwe vriendschap of intieme relatie.
Marokkanen en moslims
Mensen uit Marokko en mensen met een moslimreligie worden niet geschikt geacht voor maatschappelijk relevante functies of verwelkomd als buren of vrienden. Slechts 57,2% van de jongeren gaf aan dat ze blij zouden zijn als mensen uit een van de genoemde groepen burgemeester of burgemeester zouden zijn.
Doelen van het onderzoek
Het onderzoek heeft verschillende doelen. Allereerst om het bestaan van stereotypen, racistische of xenofobe attitudes onder jongeren op te sporen. Verder om na te gaan in welke mate de jonge bevolking wordt gediscrimineerd op grond van afkomst, etniciteit, cultuur en/of religie, en om de meest of minst gediscrimineerde groepen te identificeren.
Het onderzoek analyseert ook de percentages jongeren die zeggen getuige te zijn geweest van racistisch geweld of gedrag, degenen die het hebben meegemaakt en degenen die toegeven het te hebben meegemaakt.
Getuige of ervaringsdeskundige
Het percentage jongeren dat zegt getuige te zijn geweest van verschillende vormen van racistisch gedrag (van bespotting tot fysieke agressie) ligt tussen 32,6% voor fysieke agressie en 49,8% voor belediging op sociale media. Het percentage dat daarvan het slachtoffer is geweest, varieert van 14,4% in het geval van fysieke agressie tot 24,3% in het geval van beledigingen in de openbare ruimte. 5,7% is zelf fysiek agressief geweest. 15,1% wantrouwt minderheden. De cijfers zijn volgens de onderzoekers ‘zorgwekkend en significant’.
Discriminatiespiraal
Het onderzoek concludeert ook dat de resultaten het belang aantonen van wat zou kunnen worden beschouwd als ‘discriminatiespiraal’, waarbij het voor iemand die is gediscrimineerd ook makkelijker is om zelf te discrimineren. Daarom zijn interventieprogramma’s en steunmaatregelen voor jongeren die het slachtoffer zijn geworden van dit soort gedrag zo belangrijk om deze spiraal te doorbreken.