
Hier in mijn Spaanse provinciestadje is het al weken fors rond de 35 graden, in de provincie die men el horno, oftewel de oven noemt. En 40 graden is hier vrij normaal. Ik kan maar één woord vinden wat mijn gevoel beschrijft over deze glorieuze temperaturen: geweldig. Wat een geouwehoer over een beetje hitte in Nederland voor een tijdsbestek van wellicht maar een paar dagen. Natuurlijk komt zoiets er bijna niet voor, dat snap ik ook wel, maar ik woon hier dan ook niet voor niets. Hele kranten staan vol met de grootst mogelijke nonsens. En op de Nederlandse radio kunnen ze er ook wat van.
Overbodig gekakel
'Je moet wel genoeg drinken, hoor', beluister en lees ik constant. Moet je dat iedereen keer op keer vertellen? Als het in Nederland vriest hoor je toch ook niemand doorlopend vertellen dat je een jas aan moet doen als je naar buiten gaat? En al het mogelijke, en overbodige gekakel over wat te eten, hoe te leven, hoe te slapen, wat je moet drinken en hoe je te gedragen. Mensen kunnen toch nadenken? Of gaat de Nederlandse overheid met het nationale hitteplan er vanuit dat ze dat niet meer kunnen? De vogeltjes hier, vallen echt niet van het dak. Wat ze wel en niet moeten en willen doen, zit bij die diertjes en vele andere dieren in het volautomatische pakketje instinct. Daar hoeven ze niet eens over na te denken. Want dat kunnen ze niet.
Uitgestorven
Ik lach me soms rot als ik hier een stelletje klunzerige buitenlandse toeristen op het heetst van de dag een stevige wandeling zie maken. Met verbrande rooie koppen en doorgelopen van het zweet hobbelen ze doodongelukkig in draf voort. 'Nou, zo'n fijne vakantie gehad…' Ja, dan vraag je om moeilijkheden. Waarom denk je dat het hier rond die tijd van de dag uitgestorven is?
Praten over het weer
En dan de verhalen over wat of niet te dragen naar je werk. Dit kan wel en dat kan niet. Maar hier kunnen ze er ook wat van hoor… práten over het weer, tenminste. Misschien nog wel meer dan in Nederland. De hele dag door. Overal. Soms word ik er niet goed van, maar toch praat ik altijd mee. Maar niet over wel of geen teenslippers aan, wel of geen korte broek of wel of geen natte sokken aan bij het naar bed gaan. Als je hier als Nederlander in Spanje op vakantie zou gaan hoef je maar een paar zinnen over het weer - en dan voornamelijk over de temperatuur - uit je hoofd te leren en je bent de hele dag tot 's avonds laat aan de babbel met iedereen. En dan maakt het geen zak uit dat je de mensen niet kunt verstaan. Je hoeft daarna alleen maar een beetje aandachtig met je hoofd te knikken. Om vervolgens vriendelijk weer weg te lopen. Hier gaat het altijd over de temperatuur en over het wel of niet aanwezige windje. En het is nooit goed. Het is altijd te warm of te koud. En er staat altijd te veel of te weinig wind. Ik geloof dat ik nog nooit iemand heb gesproken, die me vertelde dat het op dat moment perfect was. En mijn Spaanse Anabel, die weet het óók dagelijks meerdere keren aan te kaarten.
Levensgevaarlijk
Ik zit trouwens nooit direct in de zon. Levensgevaarlijk hier. Alleen in het voorjaar en het najaar een beetje. En zonnecrèmetjes daar doe ik ook niet aan, want ik ga een beetje in de zon zitten… écht niet. Je drukt je hand toch ook niet eens even lekker op het rooster van de aangemaakte BBQ?
Schaduwsteegjes
Mijn wandelroute door mijn stadje wordt altijd geleid door de schaduwsteegjes. Dat heb ik hier wel geleerd, en dat is uitermate prettig. Hoe langer ik hier woon, hoe meer mijn eigen cultuur van me afglijdt, merk ik wel. Gezellig met 30 graden in Nederland naar een pretpark om daar drie uur in de rij te gaan staan tussen de mensenmassa, wachtend op een of andere achterlijke schijt-attractie. En lekker twee uur in de file staan om hutje mutje smeulend te verbranden op het strand. En daarna weer twee uur file. Nee, die tijden zijn echt helemaal voorbij.
Geluksplan
Mijn geluksplan, want ik hoef werkelijk geen hitteplan, bestaat voornamelijk uit, wanneer het even kan, nagenoeg helemaal niets doen. Met goed gezelschap en met aangename gesprekken. En op zo'n manier dat ik er totaal geen schuldgevoel van krijg. Het allerliefst op een terras. Met een fris gekoelde rode topwijn met à la minuut bereide tapas, en voor de echte noodgevallen een stervenskoud biertje op zijn tijd. Strevend naar mijn hoogste record ooit, aller tijden! Hitteplan… ammehoela, wat een idiotisme.