Het gaat om de voormalige voorzitter van het parlement, Carme Forcadell, de voormalige minister van Werk en Sociale Zaken Dolors Bassa en de algemeen secretaris van ERC, Marta Rovira. Vrijdagochtend maakte Marta Rovira bekend dat ze de rechtszaak niet afwacht en naar het buitenland vertrekt.
‘Vandaag begin ik aan een moeilijke weg’, schreef ze. ‘Een weg die, helaas, zovelen voor mij ook hebben moeten nemen. De weg van verbanning’. Met Rovira verblijven er nu zeven voormalige Catalaanse ministers in het buitenland. Door de Spaanse justitie worden ze beschouwd als op de vlucht zijnde. Rovira omschreef de Spaanse rechtbanken als ‘intimiderend’ en beschuldigt ze van het toepassen van ‘schaamteloze politieke criteria’.
In haar brief geeft Rovira aan haar beslissing met ‘droefheid’ te nemen, maar het doet voor haar dochter Agnès: ‘Verbanning zal mij toestaan een moeder voor haar te zijn, en dat verdient ze. Heel erg’. ‘Het is de enige manier waarop ik weerstand kan bieden tegen de PP-regering die iedereen vervolgd die voor stemmen is en die iedereen straft die probeert iets te veranderen wat al bestaat’. Rovira roept in haar brief ook supporters op om samen te werken: ‘Alleen door samenwerking kunnen we een republiek voor iedereen bereiken’.
Dat ook de andere twee voormalige ministers hun parlementszetel hebben opgezegd geeft al aan dat men vreest voor een eventuele voorlopige hechtenis die hen wordt opgelegd door onderzoeksrechter Pablo Llarena. Een vierde parlementslid van ERC in het parlement, Raul Romeva, was minister van Buitenlandse Zaken onder het kabinet Puigdemont. Hij heeft zijn zetel niet opgegeven. Hij stelde de ‘herhaaldelijke pogingen van de Spaanse staat’ aan de kaak ‘om de activiteiten van het Catalaanse parlement te conditioneren’ in een verklaring die naar journalisten werd gestuurd.
De opgestapte parlementsleden worden vervangen door Assumpció (Titon) Laïlla, Chakir El Homrani en Magda Casamitjana. Rovira is op het moment vrij nadat ze 60.000 euro borg betaalde. Forcadell betaalde 150.000 euro om uit de gevangenis te blijven en Bassa maakte 100.000 euro over voor haar (tijdelijke) vrijheid. Vrijdagochtend om 10:30 uur begon de zitting in Madrid.